Op verzoek (Jan Paul)
Een interview met… mezelf. Wat vind ik van de keuze van de winnaar van dit jaar? Ik voel mezelf flink aan de tand en spaar me niet. Een stevig interview.
Red: Weer niet…
Mezelf: Nee. Weer niet.
Red: En je was er zo dicht bij dit keer…
Mezelf: Ja, ik wist dat ik een kanshebber was. Maar goed. Philip en Adonis hadden een kans. Hugo had een kans. Cees had een kans. En dit keer is de keus op Orhan gevallen. Dat mag.
Red: Toch klinkt er teleurstelling in je woorden. Verontwaardiging zelfs.
Mezelf: Nee. Dat valt best mee. Ik zou natuurlijk tegen de jury kunnen zeggen: ´Hebben jullie “Zoop in India” wel écht goed gelezen? Hebben jullie er uit gehaald wat er in zat?´. Maar dat doe ik niet.
Red: “Zoop in India” verdient volgens jou de Nobelprijs voor de literatuur.
Mezelf: Nee. Dat maak jij er nu van. Jij verdraait mijn woorden. Ik zeg alleen dat ze in Stockholm iets beter hun best hadden kunnen doen. De manier waarop de rangers van Ouwehands Dierenpark de schurken te grazen nemen vind ik persoonlijk interessanter dan de ´melancholieke ziel van Istanbul´. Dat is bovendien al zo vaak gedaan.
Red: Mensen die jou niet kennen, zien dit als kinderachtige jaloezie.
Mezelf: Dat moeten zij weten. Ik was trouwens de een van de eersten die Orhan heeft gefeliciteerd. Dat was bij Orhan zelf wel anders.
Red: Want…
Mezelf: Nee niets. Maar toen ik een Vlag en Wimpel won heb ík niets gehoord van de heer Pamuk. Geen sms-je. Geen bloemetje. Niets. Pure kinnesinne.
Red: Bedankt voor dit gesprek. En fijn dat je zo volwassen reageert.
Mezelf: Graag gedaan.