KIOSKEN
Het is een klein wonder: de kiosken op de NS-stations. En dit is het wonderlijke: de mensen die er werken zijn áltijd vriendelijk. Of ze nu Mustafa heten, of Viola, of Geert, of meneer De Bruijn. Worden ze daarop getraind? Wordt het ze aan de binnenkant van hun kioskje de hele dag ingeprent, via videovlaggetjes of audiobeams?
Gisteren haalde ik reiskoffie bij een van de kiosken in Rotterdam. Meneer de Bruijn (hij heet anders, maar hij ziet eruit als een Meneer de Bruijn) noemde me de prijs van de koffie, en hij zette een bekertje voor me neer. Ik betaalde en bleef staan. Heel aarzelend vroeg Meneer de Bruijn: 'Eh... dit was het zo, toch?' 'Ja,' zei ik, 'maar u heeft nog geen koffie in mijn bekertje gedaan.'
'Owh owh,' zei Meneer De Bruijn, 'die vroege diensten toch. Ik moest vanochtend al om half vijf op.'
'Geeft toch niks, meneer De Bruijn,' wilde ik zeggen, 'u bent altijd zo vriendelijk, u mag u van mij de komende vierendertig keer nog vergissen.' Maar natuurlijk zei ik dat niet. Armzalige secundair reageerder die ik ben. Toen ik op de roltrap stond dacht ik alleen nog maar: weblogrechtzetting. 't Is natuurlijk een armzalige genoegdoening, maar bij deze dan maar. Dankuwel Meneer de Bruijn. En Geert. En Viola. En Mustafa. (Handig ook, die naamkaartjes).