31 december 2006

BOEK OP ÉÉN: PAARDEN STELEN

Ik heb lang geaarzeld tussen dit boek en ZOOP IN INDIA (en Arendsoog natuurlijk, maar die is nét buiten de grenzen van 2006 verschenen), maar uiteindelijk is mijn onbetwiste nummer één van dit jaar het boek PAARDEN STELEN van Per Petterson.

Toen ik in Finland was met Jan Paul en Bibi, schreef ik al iets over de Scandinavische liefde die rondwolkt tussen mijn moleculen. Die liefde is waarschijnlijk gevoed door de films die ik heb gezien die zich in Zweden of Noorwegen afspeelden. Films waarin het hartje zomer was, of hartje winter, en waarin de onuitgesproken vriendenbanden, of de onderkoelde humor, of het uitbundige vieren van de natuur en de zon, of de gezins- en familiefeesten een grote rol speelden. Al deze zaken komen terug in PAARDEN STELEN (of, op z'n Noors: UT OG STJÆLE HESTER). Maar in dit boek is er steeds ook de dreiging van onuitgesproken zaken, van geheimen die een leven kunnen verwoesten, van de zwarte onderstroom in de geschiedenis die alleen gekeerd kan worden door er met alle menselijkheid die we in ons hebben koppig tegenin te gaan.

De Noor Per Petterson kreeg voor dit boek vrijwel alle prijzen die er in het Noorden te winnnen zijn. Terecht. Ik heb meteen zijn andere in het Nederlands vertaalde romans aangeschaft en ga die snel lezen. Maar dit zal ongetwijfeld zijn klassieker zijn.

Toen ik in het voorjaar in Oslo was, raakte ik bij een vreemd concert verzeild. De schlagerzanger FINN KALVIK gaf een optreden. Ik dacht dat er een podium zou zijn, dat het misschien een klein theatertje was, maar het bleek een kroegje te zijn, waar even voordat Kalvik opkwam nog een groot scherm met een voetbalwedstrijd hing.
Ik was alleen, en op tijd. Dat moest ook wel, want er waren bijna geen zitplaatsen. Al gauw wurmden zich twee oudere dames naast me. Degene die tegen me aan zat begon te vertellen. Tussen de liedjes van Kalvik door werd ik op de hoogte gebracht van haar levensverhaal. De dame dronk flink door, en al gauw vroeg ze me of ze niet nog dichter tegen me aan mocht zitten, want 'ze had een zere rug'. Ik verstrakte. Hm. Nee. Het werd een gekke, beetje pijnlijke, maar toch ook interessante avond, en na afloop ging ik snel naar mijn hotel, maar niet nadat ze me deed beloven dat ik haar bij een volgend bezoek aan Noorwegen op haar werk zou opzoeken. Ze was bibliothecaresse op een school, en dan kon ik mooi over mijn werk vertellen. Ze wilde haar adres op een bierviltje schrijven, maar op de een of andere manier ben ik dat bierviltje rap kwijtgeraakt...
Hoe dan ook: naast van Finn Kalvik was ze groot fan van de Noorse literatuur en vertelde ze me dat ik één boek MOEST lezen. PAARDEN STELEN.

Waarom vertel ik dit?
Eh.
Omdat ik aan deze droevige dame toch maar mooi mijn nummer één-boek van 2006 heb overgehouden.

PAARDEN STELEN,
vertaald door Marianne Molenaar, uitgegeven door DE GEUS.
Flaptekst:
De 67-jarige Trond trekt zich terug in een huisje aan de oostkust van Noorwegen. Na de dood van zijn vrouw heeft hij zijn bedrijf en zijn huis verkocht. Nu woont hij alleen met zijn bastaardhond. Hij brengt de tijd door met praktisch werk: reparaties, voorbereidingen voor de winter. Een ontmoeting met een leeftijdgenoot maakt herinneringen los aan de zomer van 1948, toen Trond een jongen van vijftien was en de vakantie samen met zijn vader doorbracht.
Het was een zomer vol hooi, warmte, regen en mannen die hard hun best deden om het werk af te krijgen. Een perfecte zomer, totdat Trond voor het eerst in zijn leven de dood tegenkwam.