06 mei 2007

DE ANALOGIE

Gisteren schreef ik over pesten en over pestbeleid. Ik schreef ook dat ik van vergelijkingen en analogieën hield.
Misschien is het enigszins beperkt, en het is zéker nogal versimpelend, maar ik wil 'een land' hier tot op zekere hoogte vergelijken met een school of een klas.

Beide zijn samenlevingen van verschillende mensen, verschillende achtergronden, verschillende culturen.
Zoals ik van een leerkracht idealisme én pragmatisme wil zien, zou ik dat vanuit politici ook willen ervaren.

In een interview met Trouw, een week terug, zei minister Rouvoet:
'We stellen vast dat de samenleving tegen de grenzen van het libertaire denken is aangelopen. (...) Er is een breed gedragen overtuiging dat moraal niet louter een zaak moet zijn van het individu. Sommigen noemen dat 'betutteling', maar de samenleving voelt haarscherp aan dat we hier een punt te pakken hebben. Concreet betekent dit dat de overheid mag ingrijpen als de individuele vrijheid schadelijk is voor de samenleving of een kind.'

Ik kan het daar grotendeels mee eens zijn, ook al ben ik geen CDA- of CU-aanhanger.
Ik vind dat een land, ons land, een leiderschap behoeft dat gestoeld is op een brede utopie waarin vrijheid voor iedereen het hoogste, het meest utopische is. Maar tegelijk vind ik dat dat leiderschap wel moet uitstralen dat vrijheid DUS verantwoordelijkheid is.
En dus vind ik dat ministers moeten werken aan gelijke rechten voor iedereen, maar tegelijkertijd dat zij moeten opstaan als er mensen, groepen, kinderen in het gedrang komen en als de moraal vervaagt tot kan-ons-het-schelen.

De analogie zit hem in de plicht voor bewindslieden om, net als de leerkracht voor de klas, hun leerlingen (de diverse groepen in de samenleving) te leren kennen. Hun achtergrond te weten. Verstand hebben van groepsprocessen: wat doet het met een land als er grote groepen Poolse arbeiders binnenkomen? Hoe voelen VMBO-kinderen zich (ik wou dat hier meer aandacht voor was)? Etc.
Ik begrijp niet dat sommige politici ervanuitgaan dat Nederland hetzelfde land is als in de jaren vijftig. Hallo, we zijn OVERgegaan! We zitten tegenwoordig in combinatieklassen - meesters en juffen van sommige partijen: wákker worden!!!

Als de politiek weet wanneer er iets fout kan gaan, als het wéét waar de sociaal onveilige bewegingen plaatsvinden, dan kan er hopelijk veel voorkomen worden.

En verder geloof ik dat de politiek OOK pragmatisch moet zijn, en duidelijk moet maken wat er niet getolereerd kan worden, en waarom. Met heldere straffen, met inschakelen van ouders (dit bedoel ik overdrachtelijk, het gaat om het duidelijk maken van het hoe en waarom van je straffen), EN met zicht op een schone lei.

Ja, eerst en vooral (en ik kan het nu eenmaal niet helpen dat ik vooral vanuit deze analogie blijf denken) zou ik willen dat onze bewindslieden de bevlogen en warmhartige leerkrachten zijn die laten zien dat ze elk van ons kennen, of bereid zijn te willen leren kennen, dat ze de breedst mogelijke vrijheid daarbij nastreven, maar dat ze wel de 'roedelleider' durven zijn, dat ze zich niet opstellen als onze vriendjes en vriendinnetjes, maar tegelijk uitstralen dat ze nergens liever zouden willen zijn dan bij ons voor de klas.

En dat ze ons dag aan dag laten zien dat het evenzeer ónze verantwoordelijkheid is om de sfeer in de klas utopisch te houden.