06 juni 2007

94 honden en 2 katten (door Kees)


Jongstleden zaterdag reden wij naar Tiel om deel te nemen aan de jaarlijkse ‘clubmatch’ van de Old English Mastiff Club Nederland (OEMCN). We zagen er 75 Old English (O.E.) Mastiffs en Alyssa werd vierde in de categorie Jonge Honden -Teven.
Misschien was dat, ten dele, mijn schuld. Als ik met haar had geoefend, waren we wellicht derde geworden, maar ik hád niet met haar geoefend. Niet in ‘showen’ althans.
‘Showen’ klinkt onnatuurlijk, maar ís het niet. Íedere hond ‘showt’, zelfs als pup. ‘Showen’ is niets anders dan het aannemen van een alerte houding. Wanneer een drie maanden oude pup door de tuin scharrelt en van tussen de brandnetels rond een gele bal hem onbekende geluiden hoort komen, gaat hij, tenzij (nog) een schijterd, onmiddellijk ‘showen’. Neus in de lucht, spieren gespannen, een achterpoot verder naar achteren dan de andere, klaar voor actie.
Je kunt een hond leren deze pose op commando aan te nemen, maar dat heb ik nooit gedaan. Ik ben geen fokker en doe niet mee aan keuringen of shows, behalve dan aan ‘clubmatch’ voornoemd, omdat die in de open lucht wordt gehouden en Alyssa het geweldig vindt temidden van (zo veel) honden – onder wie haar moeder en zusters – te toeven en zo veel O.E. Mastiffs bij elkaar en andere O.E. Mastiff-liefhebbers en op die dag altijd de zon en domweg fijn om met het hele stel (dit jaar: Dochter, Vriendin, Vriend van Dochter, Alyssa, ik) in een auto vol muziek door Nederland te rijden.
Maar goed. De ‘clubmatch’ van de OEMCN is een internationale wedstrijd (waaraan dit jaar - naast 49 Nederlanders - 2 Belgen, 5 Denen, 3 Duitsers, 1 Fransman, 1 Italiaan en 1 Oostenrijker deelnamen), de keurmeesters (dit jaar een Belg voor de teven en een Engelsman voor de reuen) zijn internationaal vermaarde rasdeskundigen en het is dus wél de bedoeling dat je je hond een beetje behoorlijk ‘voorbrengt’. Wat ik niet deed. Wat ik best had wíllen doen – en ook wel probeerde –, maar níet ten koste van ‘showtrainingen’. Niet dat ik er iets op tegen heb, maar waarom zoú ik.
Enfin. Eenmaal aan de beurt kwam de keurmeester op ons af en in plaats van een stoere pose aan te nemen, ging Alyssa zitten en offreerde ze de Belg haar machtige rechterpoot. Ik kon haar, liefste hond ter wereld, wel ópvreten, maar nam haar kwalijk dat ze vervolgens haar gebit niet wilde tonen. Dát hadden we namelijk wél geoefend, al anderhalf jaar. Niet uit competitieve overwegingen, maar omdat ik het, met name vanwege medicijntoediening, belangrijk vind mijn honden in de bek te kunnen (laten) kijken. Dus leer ik ze van jongs af op het commando ‘bekkie’ hun muil te openen. Edoch, jongstleden zaterdag te Tiel kon ik bekkiën wat ik wilde: - Alyssa verdomde het. “Diskwalificeren,” riep iemand, maar de keurmeester oordeelde anders. Alyssa werd vierde en ik ontving een bekertje dat, wijl ik dit schrijf, rechts van mijn toetsenbord staat. .
O.E. Mastiff? Zie hierboven, al is het gefotografeerde exemplaar niet representatief voor het ras. Zorba – zo heet-ie – is niet alleen de zwaarste O.E. Mastiff – maar, voorzover bekend, überhaúpt de zwaarste hond ter wereld. 155 kilo. Een qua gewicht gemiddelde Old English Mastiff-reu weegt tussen de 80 en 90.
Alyssa? Zie hieronder. (Die hand? Van mij.)

Halverwege de middag reden we naar Raalte, waar we geen honden zagen, maar Neef oppikten, die ons de volgende dag zou helpen Vriendins spullen naar hier te verhuizen, en waar we aten in een eetcafé waar ik nooit meer naartoe wil. Dat een tournedos een stuk dood dier is, weet ik ook wel, maar dat is voor een kok geen excuus het zo te laten smaken.
Vroeg in de avond reden we naar Oom, die in Lutten woont. Een van de ‘mooiste’, meest non-conformistische en inspirerende mensen die ik ken. We omhelsden en kusten elkaar en ik stelde hem de leden van mijn ‘gevolg’ voor. Dochter kende hij, Vriendin had hij één keer eerder gezien, Neef en Vriend zag hij voor het eerst. “Beeldschoon,” oordeelde hij terwijl hij Vriend de hand schudde en “óók beeldschoon” toen hij Neef begroette.
Behoudens zijn kippen, ganzen en poezen zagen we zijn Sint Bernhard (Bella), Mechelse Herder (Callas) en Jack Russell Terriër (Max). Wanneer Alyssa en Callas elkaar niet door Ooms boomgaardtuin achterna zaten, lagen ze, bijna tegen elkaar, te hijgen.
Omdat mij was gevraagd mijn mening over een nest Duitse Herders te geven, reden we met Oom naar een huis niet ver van het zijne. Daar zagen we zeven Duitse Herder-pups van een week of vier, zeven Maltezer Leeuwtjes en een Mechelse Herder.
Tegen elven reden we naar huis. Naast mij hield Neef een kattenreismand waarin twee kittens (week of zes) op schoot.
Deze heet Macavity:

En deze Wonder: