15 juni 2007

SMAAK OP LEEFTIJD

Koffie, olijven, witlof, bier, wijn, spruitjes: als we allemaal onze wetenschappelijke medewerkers erop los zouden laten (die van mij heet Roef Zevelmans tot Olie) dan zouden ze stuk voor stuk aantonen dat meer volwassenen van deze smaken houden dan kinderen.

Hoe zit dat?
Verandert er iets in de tongen van kinderen als ze ouder worden? Komen hun smaakpupillen onder een licht hellende hoek te staan? Roef is al een half jaar bezig om dit te onderzoeken, maar hij komt er niet uit. Nou heeft hij ook ruzie thuis (maar das een ander verhaal), en eergisteren moest zijn kat Hubble naar het ziekenhuis omdat Roef de verkeerde haarlak had gebruikt en toen kopjes-les was gaan geven (Roefs kat geeft geen kopjes, maar das een ander verhaal), dus hij heeft er ook weinig tijd voor.

Of is het gewoon psychologisch? Wordt de geest op een gegeven moment sterker dan de papil? Bedenkt het hoofd: nu gaan we olijven eten, want iedereen doet het.

Misschien weet Miebeth Zalfjes, de onovertroffen wetenschappelijk medewerkster van Jan Paul Schuttens blog het (Roef wil nooit dat ik haar hier noem, maar das een ander verhaal).

In elk geval ben ik pas op mijn negentiende of twintigste hartstochtelijk gaan houden van rijst in wijnbladeren: dolmadakia. Een Grieks gerecht, maar je vindt het ook in andere mediterrane landen. Er moet flink wat zuur en olie overheen, je mond moet bij de eerste hap een beetje scheef trekken, maar het is daarna lichtflits na lichtflits tussen je mond-onderdelen.
Maar een heleboel mensen blieven het vooral níet!
Is mijn smaakstelsel nu juist bejaard, verfijnd, of Ongelooflijk Immer Young?

En aan wie moet ik dit nu vragen?