12 juni 2007

HP

Ik lees momenteel de laatst verschenen Harry Potter, deel zes dus: HARRY POTTER EN DE HALFBLOED PRINS. In het najaar komt de Nederlandse nummer zeven, dus ik moest opschieten en op tijd zijn.

Ik weet van de hype, en ik weet van het dédain. Maar ik snap van het eerste alles en van het tweede niets. Ik verslind het boek. Ik leg het naast mijn ontbijtbord, ik lees 's avonds veel te laat door in bed, ik mis haltes in de metro.

J.K. Rowling is een wonderwoman. Hoe kan het dat alles zo precies klopt, dat ze blijkbaar aan het begin van de reeks al zo veel lijnen in haar hoofd had, dat er steeds weer terug- en vooruitgegrepen wordt zonder dat je het idee hebt dat het noodgrepen zijn?
En dan die verrassingen steeds, nieuwe zijgeschiedenissen, nieuwe fenomenen. En het taalspel - o, ik zie ook wel dat haar vertelzinnen niet allemaal poëtisch zijn, maar dat is toch ook niet de bedoeling? Maar haar oplossingen, haar namen, haar spreuken etc. zijn dat wel.

Rowling beheerst haar slapstick, én Rowling beheerst het duistere schrijven. Ik vind HP misschien nog wel het knapst waar het de grauwe kanten van ónze werkelijkheid raakt. Toegegeven: het zwakst is ze in de verliefdheden en de beschrijving van de puberteit.
Maar met Harry heeft ze een held geschapen die, zoals dat hoort bij helden, steeds voor het goede kiest. Die bang is, en inconsequent, en dus ook menselijk, maar die uiteindelijk het kwade (Voldemort, prachtige naam overigens) moet kunnen overwinnen doordat hij het vermogen heeft om lief te hebben.
Hm. Als dat gebeurt. Want Rowling heeft voor deel zeven vast nog wat plotwendingen bedacht.

Ik begrijp werkelijk niet waarom er in ons land nog nooit een griffel gegeven is voor Rowlings boeken. Of anders een lees-award. Nou ja, misschien komt dat nog.
Hier in Parijs hangen de aanplakbiljetten voor de vijfde film al (ga ik ook zien, HP3 en 4 vond ik fenomenaal), maar voorlopig duik ik nog even verder in boek zes. Nog vijftig bladzijden.