Een tango (door Kristina)
Gisteren ging ik naar een opening in een galerie. In een mooi huis aan de Ruysdaelkade hingen de schilderijen van vier kunstenaressen uit Andalusië. De tentoonstelling droeg de naam Spaanse lente. Er hingen schilderijen die haakwerk moesten voorstellen. Andere waren geïnspireerd op de prints die onze kleren soms hebben. Maar meer dan de schilderijen bleef me de openingshow bij.
Een mevrouw kwam tango zingen. Ze had alleen een microfoon in haar hand. Naast haar een man met een bandoneon. Die rustte op de rechterknie, die hij had gebogen boven een van de luidsprekers.
De ruimte was klein. De mevrouw vulde de hele ruimte met haar bewegingen. Haar mond was heel groot. Ze zong alsof ze bij elk woord goed de betekenis kon voelen.
Haar hele lichaam kromp in elkaar als ze het woord 'liefdesverdriet' in haar mond nam.
Haar hele lichaam werd groter als ze het woord 'lente' in haar mond nam.
Soms leek het alsof ze praatte in plaats van dat ze zong.
Soms leek het alsof ze schreeuwde in plaats van dat ze zong.
Soms was haar stem zo hees als die van een kettingroker.
Soms was haar stem zo acuut als die van een piepklein meisje.
En altijd was het haar grote mond die zoveel verschillende vormen aannam.
Volgens mij moet je heel veel dingen kunnen om een tangozangeres te worden.