31 januari 2007

KINDERANGSTEN

Ik had drie kinderangsten - drie uitzonderlijke, althans:

1. DE HAND. Ik had mijn slaapkamerdeur 's nachts op een kiertje staan, vanwege het invallende licht op de gang. En soms was ik dan doodsbang dat er EEN HAND om de rand van de deur zou verschijnen. Dat ik opeens nare vingers zou zien.

2. DE POP UIT DE POPPENKAST. Een tijdlang stond er een poppenkast opgesteld aan het voeteneind van mijn bed. Een prachtige kast, door mijn ouders zelf getimmerd en beschilderd. De gordijntjes moesten 's avonds per se dicht, want als ze open waren was ik bang dat uit de zwarte diepte achter de kast zomaar een van de poppen te voorschijn zou springen.

3. HAREN WASSEN. Dit was de heftigste en de langstdurende. Ik ben een tijd erg bang geweest voor het wassen van mijn haren. Niet voor het wassen zelf, maar voor het water dat dan om mijn hoofd stroomde. In het zwembad of in de zee durfde ik ook niet met mijn hoofd onder water. Maar dat haren wassen moest natuurlijk toch gebeuren. Alleen mijn moeder mocht dat doen, en dan moest ze nadrukkelijk mijn oren vrijhouden. Intussen hield ik een washandje tegen mijn voorhoofd, want dan stroomde het water ook niet over mijn ogen.

Wat ik nu zo vreemd vind: hoe kwamen juist deze angsten bij mij terecht? Waarom was ik totaal niet bang voor beesten onder mijn bed, voor spinnen, voor slangen etcetera?
Wat maakt dat een klein kind nu juist DIE angsten toebedeeld krijgt? Ik ben nooit bijna verdronken, ik heb geen nare ervaringen gehad met Jan Klaassens of Katrijnen, en er is geen enkele hand geweest die me ooit daadwerkelijk lastig viel.
Weet iemand een antwoord? Vorige levens? Het zal toch niet???

Vraag aan jullie: waar waren jullie als klein kind bang voor?

Trouwens: morgen blog ik over mijn raarste en griezeligste angst. Het heeft iets met Rusland te maken, met de VOO, en met molentjes...

En nog even dit poppenkastfilmpje. Ook beangstigend - maar op een andere manier.

Foto: Hermine Schneider

NIEUWE GASTBLOGGER: IVO!


Let me introduce to you...

Ivo de Wilde! Mens en man en nieuwe gastblogger!

Ik ken Ivo al sinds 1987. Destijds zat hij als 8-jarige in een van mijn eerste, en in een van mijn bijzonderste klassen. Ik was een erg beginnende onderwijzer en Ivo een geweldige jongen die ik twee jaar in de klas hield, want ik ging 'met de klas mee' van groep 5 naar groep 6.

We zijn nu alweer vele jaren vrienden. Ivo is inmiddels 27, en docent en coordinator op een... pabo!
Hij woont in Utrecht, schrijft een eigen weblog over een project op zijn pabo (het maken van een eigen soap!) -
hier te lezen - en nu dus twee weken lang ook hier!

Ik ben trots!

30 januari 2007

Adieu (door Marieta)

Zoals aan alles, komt nu dus een eind aan mijn schrijverij. Met dank aan mijn zoon, die mij hiervoor vroeg. Veel verschillende onderwerpen zijn de revue gepasseerd. Het was leuk om te doen en ik hoop dat mijn georganiseerde woordenrommeltje ook leuk was om te lezen. Hartelijk dank aan iedereen die reageerde, maar mijn speciale dank gaat uit naar de allereerste reageerder die schreef: “als ik een beelddenker was zag ik je nu met een kroon op het hoofd, in een beeldig witte jurk, met lang blond haar” en vooral die zucht die er achteraan kwam….ik voelde me zeer gevleid, Marc.
Kalligrafie is niet ter sprake gekomen, dus deze laatste keer een voorbeeld daarvan met tegelijkertijd een welgemeende wens! (Iets te klein uitgevallen, jammer genoeg, maar nog net te lezen.)
En tot slot:

Adieu, wij moeten
elkander groeten
adieu, vaarwel,
tot wederziens!

ZIJ

Het kan elk moment gebeuren: het bekendmaken van het nieuwe regeerakkoord tussen CDA, PvdA en CU, en vervolgens de samenstelling van de nieuwe groep ministers. Ik heb hoop dat het nieuwe kabinet meer vertrouwen uit zal stralen, meer leiderschap ook, en vooral meer warmte.

Het tij is er natuurlijk ook naar om niet alles meer als 'puinhoop' te zien, en niet steeds maar over het afgrijselijke woord 'broekriem' te praten, maar ik denk dat er in het nieuwe kabinet toch zeer belangrijke benoemingen kunnen worden gedaan.

Ik hoop dat Wouter Bos minister en vice-president zal worden, ook al omdat de PvdA dan zou kunnen profiteren van een nieuw gezicht, namelijk een nieuwe fractievoorzitter, waardoor het 'aangezicht' van de PvdA wat breder wordt. Maar ook omdat ik denk dat Bos een consciëntieus, eerlijk en hardwerkend man is.

Daarnaast hoop ik ook op André Rouvoet als minister. Een denker, en een Christen die openstaat voor de wereld.

En o, wat zou het mooi zijn als Guusje ter Horst minister werd, én Gerda Verburg van het CDA. Dat lijken me bijzondere vrouwen.

Maar het meest reikhalzend zie ik uit naar - uiteraard - Ahmed Aboutaleb als minister. Het liefst op een zeer belangrijke plek. Hoog. Positiebepalend.

29 januari 2007

DE LAATSTE DAG

Morgen is het alweer de laatste dag van het gastblogschap van mijn moeder. Ik hoop dat jullie haar bijdragen met plezier hebben gelezen, maar ik weet het haast wel zeker. In elk geval heb ik ook allerlei nieuwe dingen over haar gelezen!

Ik kan het iedereen aanraden: wil je meer van je ouders weten?
Zet een weblog op en nodig ze als gastbloggers uit.

Jammer genoeg zullen we nog maar één stukje lezen, morgen dus. Mam, dankjewel voor je mooie stukken, en tot nog vaak reageers hier op het blog...

HET BLIJBEDRIJF

Adoeeeeeeeeee de wereld is al chagrijnig genoeg........ Kan er wat beheerste gekte vanaf?

Elena Simons (o.a. schrijfster van het boek 'Pret met moslims') en Tarik Yousif zijn samen WONDER (zie hier hun website: www.wonder.nl) en ze hebben eerder al bijzonder initiatieven ontplooid als DE BURGERBUDDY (een burger die een ambtenaar of politicus adopteert voor een half jaar om deze bij te staan in het harde werk voor het land), zie ook weer: www.burgerbuddy.nl,
en RENT-A-MOSLIM,
maar nu zijn zij het BLIJBEDRIJF gestart.
Ze verzinnen en organiseren acties om mensen blijer te maken. Kijk eens op www.blijbedrijf.nl
en eh... ja... ondersteun!

Opnemen (door Marieta)

Als ik mijn hobbyruimte binnenstap valt mijn oog meteen op de cameratas, waar ik mijn camera in weet. Deze videocamera (Canon XM-1) heeft aardige afmetingen zodat ik een hele tijd heb gezocht naar een handzame verpakking. Toen kwam er een ander soort tas in huis. Een hoge tas waar een dure fles met het een of ander in paste, daarnaast twee vakjes voor speciale glaasjes erbij. Laat dat nou de ideale tas zijn voor mijn camera! In de zijvakjes de oplader en de verschillende batterijen. Voorheen was dat geen probleem. Ik had meestal een Sony handycam van gangbare afmeting, maar als je wat meer wilt met filmen en een iets professioneler camera aanschaft, kom je ook de meeneem-problemen tegen.
De camera is jarenlang meegereisd wanneer wij als echtpaar reisleiders waren voor een groep van zo’n 40 mensen naar verschillende landen. Ik filmde dan ook voor de reisorganisatie zodat ze materiaal hadden als presentatie voor volgende groepen naar hetzelfde doel. Uiteraard moest de film dan wel gemonteerd worden. Die reisfilms monteerde en vermenigvuldigde ik wanneer de deelnemers graag een kopie wilden hebben.
Mijn montagesysteem was en is (nu) een Casablanca Prestige, die niet via de PC werkt. Wanneer je digitaal opgenomen films bewerkt, kan dit apparaat ook meteen een DVD branden. Vandaar ook dat ik een andere camera aangeschaft heb. Het nadeel is dat zo’n gemonteerde film niet langer dan 20 à 25 minuten mag duren, anders is er geen bewerkingsgeheugen genoeg om de film op DVD te branden. Sinds kort heb ik een computerprogramma geïnstalleerd, nl. Studio 9 van Pinnacle. Ik heb er nog niet mee gewerkt dus kan ook niets daarover zeggen.

Wij leiden nog steeds reizen, maar meestal naar dezelfde bestemmingen, zodat de camera niet zo vaak meer meegaat. En veel deelnemers filmen ook zelf. De vraag is niet zo groot meer.
Daarbij komt dat zo’n camera meesjouwen ook nadelen heeft. Hij moet overal mee in die bewuste tas dus en je voelt je eigenlijk verplicht om te filmen wat je ziet.
Soms is filmen ook wel eens makkelijk, want je kunt ook min of meer ‘wegkruipen’ achter je camera of juist wat brutaler optreden (moet je wel leren in het begin) in sommige gevallen, want als filmer mag je op plaatsten gaan staan waar je anders niet zou zijn gaan staan. Denk bijvoorbeeld aan prijsuitreikingen.
Nu denk ik er sterk over om een tweede camera ernaast te kopen die in je zak past. Geen gesjouw, niet instellen, gewoon gauw wat opnames maken. Ik betrap mezelf er namelijk nogal eens op dat ik denk: dit is mooi, dit wil ik vasthouden, had ik nu mijn camera maar bij me! Maar ik twijfel nog over wat de beste is in mijn geval. Maikel en Lennart, hebben jullie een advies?

Waar werken met twee camera’s ook goed voor is wanneer je bijvoorbeeld een muziekgroep opneemt. Eén camera wordt op een vast punt opgesteld, met de andere maak je bijvoorbeeld opnames van de spelers apart die dan later ingelast kunnen worden. Enkele jaren geleden had ik als opdracht de plaatselijke harmonie een jaar lang te volgen omdat die club 100 jaar bestond. Het hele jaar heb ik dus al hun activiteiten gefilmd en er een film van gemaakt van ongeveer 1½ uur.

Een nieuw onderwerp is het laatste jaar opgedoken in de vorm van een kleindochtertje. Over haar eerste levensjaar heb ik een filmpje gemaakt en ben van plan dat te blijven doen. Dat is veelal nog binnenwerk, maar straks gaan we meer naar buiten en is zo’n kleine camera ook wel handig, lijkt me.
Het is een lang verhaal geworden, maar het onderwerp vergt nogal wat uitleg.

28 januari 2007

HOE HET IS EEN PRIJS TE WINNEN - LIVE!

Een van de geweldigste jeugdboeken die ik ooit las is HET GROTE MISSCHIEN, het debuut van John Green. Met dat boek won Green vorig jaar de Michael Printz Award, de meest prestigieuze prijs voor jeugdboeken die je in de Verenigde Staten kunt winnen.
Onlangs verscheen zijn tweede boek, AN ABUNDANCE OF KATHERINES, dat gelukkig elk moment in het Nederlands kan uitkomen, bij Lemniscaat (als 19 KEER KATHERINE).

Maar John Green is ook groots in zijn weblog. En in zijn videolog!
Want sinds kort houdt John samen met zijn broer Hank Green elke dag een soort filmpjes-competitie onder de titel BROTHERHOOD 2.0. Via Greens site www.sparksflyup.com is dat allemaal dagelijks te volgen.
Heel hilarisch, en verslavend, en vaak grote flauwekul.

MAAR vorige week hoorde Green dat hij dit jaar wéér op de lijst van de Michael Printz staat, hij kreeg een honor-vermelding, zoiets als een zilveren award (er zijn er 4 van, en er is 1 gouden winnaar, dit jaar dus iemand anders).
In elk geval was zijn vrouw zo slim om hem te filmen terwijl hij aan de telefoon hoort dat hij de prijs wint.

Het is geweldig om te zien, en ja, voor iedereen die wil weten hoe het is om te horen dat je een prijs hebt gewonnen: het gaat precies zo.

Het filmpje begint overigens met een zeer grappig T-shirt, dat John van zijn broer opgestuurd heeft gekregen. Lees de tekst (zo'n T-shirt wil ik ook!). Maar het gaat dus om eventjes daarná. Klik en kijk hier...

(En haal John Greens boeken. Snel!)

GELUKKIGE PLEKKEN

Op de foto een van mijn favoriete plekken in Parijs (niet om op te scheppen over Parijs, ik ben er nu eenmaal vaak, het leven wandelde die kant op).

Ik werk graag in cafeetjes, in restaurants. Ik koop m'n koffie en gebruik de tijd die ik win door langzaam te drinken, om in m'n schrijfschriftje te schrijven, of uit het raam te staren en na te denken.

Een van de fijnste plekken is het cafeetje dat bij de grote MK2-bioscoop bij de bibliotheek François Mitterand hoort. Ik kijk vanuit het café namelijk op het prachtige plein op de foto. En als het dan een beetje begint te schemeren gaan de lampen aan in het schitterende kantoorgebouw...

Ik denk niet dat natuur ooit in de biochemische samenstelling van ons hoofd als rustgever nummer één vervangen kan worden , maar dit soort doordachte stadsarchitectuur doet het toch ook niet slecht.

Hoe zit dat? (door Marieta)

Verleden week kreeg ik de volgende vraag in de pauze van een juf van de school waar ik werk: Rieta, jouw zoon staat bekend als auteur van literaire kinder- en jeugdliteratuur. Jij kan mij vast wel uitleggen wat dat is. Wat is dat literair nou precies?
Eerlijk gezegd kon ik daar geen duidelijk antwoord op geven. Maar nu ik gastblogger of is het gastblogster?) ben op het weblog van zo’n schrijver en daar meer schrijvers ontwaard heb, ga ik een antwoord vragen. Wie geeft mij in één zin een duidelijk antwoord op:

Wat is literaire literatuur?

En nou niet verwijzen naar het woordenboek, want wat moet ik met een antwoord als: letterkunde? Iedereen die kan lezen en schrijven is toch kundig letters te gebruiken, al of niet met fouten?
Of: geschriften over een bepaald onderwerp? Dus als ik een verhaaltje schrijf over mijn tafelblad is dat literatuur? Zo eenvoudig is het antwoord niet, denk ik.
Maar wie bepaalt dan of een tekst of een boek tot de literatuur gerekend wordt. Is dat de uitgever of de schrijver zelf of een speciaal comité of misschien zelfs de lezer?
Waarom is een boek als “Snuf de hond” geen literatuur en “Ik wou dat ik anders was” wel?
Waarom zijn romantische verhalen uit de Boeketreeks geen literatuur, maar “Knielen op een bed violen” wel?
En welke norm(en) legt die beoordelaar dan aan?
Heeft dat te maken met het onderwerp? Waar gaat het over? Moet het een ‘moeilijk’ boek zijn?
Of heeft het te maken met taalgebruik? Moeilijke woorden gebruiken, zelfbedachte nieuwe woorden misschien?
Of heeft het te maken met de opschrijfmanier? Lekkere lange plakzinnen gebruiken bijvoorbeeld, of juist kort, bondig en eenvoudig schrijven zodat je het boek makkelijk weglegt en ook weer oppakt?
Kan het zijn dat er gevoel en emotie in verwerkt moeten zijn, meer naar de psychologische kant dus, zodat we in de ziel van de hoofdpersoon kunnen kijken?
Of moeten er wetenschappelijke uiteenzettingen in voorkomen van mensen die gestudeerd hebben aan een of andere universiteit?
Het kan ook te maken hebben met een bepaalde tijdsperiode waarover geschreven wordt. Gaat het over historie of over hedendaagse ‘hete’ onderwerpen?
Heeft het misschien te maken met de levensduur van zo’n boek? Is het een ‘blijvertje’ of niet?
Jullie zien het, ik heb hier meer dan 20 vraagtekens getypt, dat geeft mijn onwetendheid aan. Wie helpt mijn onkunde tot (letter)kunde maken?

DE LETTERBAK EN ANDERE ZAKEN

Een van de best bijgehouden blogs die ik ken is www.jeugdsentimenten.net. Op deze website is van alles te vinden dat dertigers, veertigers, vijftigers, zestigers van vroeger weten, eigenlijk vergeten waren en toch elk moment weer op kunnen laten duiken voor hun (mooi woord) geestesoog.

Voorbeeld: de letterbak.
Volgens mij had vrijwel elk huishouden zo'n gedrocht, zo'n wanmaaksel, zo'n vakjesding, zo'n bruin nepdimensionaal flauwekulbewaartoestel - zie foto.
Wat moest je erin zetten? Rare kleine zooitjes. Gekrompen onzin.

Maar álgeméén verspreid, tsjeeeeeeeeeeeeeeeempie.

Ik was de letterbak vergeten totdat 'ie een paar jaar geleden weer opdook in een gesprek. In een geweldig absurd gesprek. Het was in een restaurant en de held was een spreker van tien jaar oud.
We zaten raar te doen over de ober die maar niet wilde glimlachen. Maar toen hij wel wilde glimlachen besloten we hem mee naar huis te nemen. Zegt die jongen van tien: 'We kunnen hem wel verkleinen. Dan kunnen we hem makkelijker vervoeren.'
'Oké,' zei ik, 'en wat doen we thuis dan met hem?'
'O,' zei de tienjarige, 'thuis zetten we hem in de letterbak.'

Is het overbodig te melden dat deze tienjarige het briljante neefje was van niemand anders dan ex-gastblogster Bibi Dumon Tak?

27 januari 2007

Een andere wereld (door Marieta)

Op een vroege, frisgeërfde ochtend liepen we naar de ingang van de historische stad Petra, in Jordanië. Na een stoffige wandeling (mijn vrienden waren er met paarden naartoe gereden) ontmoette ik hen weer bij het begin van de toegangskloof, de Siq. Wandelend door deze enkele meters brede Siq vielen we van de ene verbazing in de andere. Aan weerszijden hoge rotswanden van prachtige en kleurige soorten gesteenten in geel en rood en alle tinten daartussenin waar op enkele plaatsen nog een vijgenboom groeide in de spleten. Hier en daar kon de zon tot op de bodem schijnen maar grote gedeelten lagen in de schaduw. Halverwege de kloof die ongeveer een kilometer lang is, keek ik omhoog. Daar, helemaal bovenop een rotspunt zag ik het silhouet van een vrouw in kleermakerszit. Ze keek naar beneden in de kloof. Zag ze daar al die nieuwsgierige toeristen? Wat zou ze nu denken, schoot het door mijn hoofd.

Aan het eind van de kloof kwam de grote verrassing: we stonden recht voor een in de rotsen uitgehakte gevel van een soort tempel die tot bijna bovenaan de rotsen reikte. De bedoeïenennaam is: de schatkamer van de Farao. Een overweldigend beeld. Maar dat was nog maar het begin van de oude stad Petra. De mensen die daar vroeger woonden leefden in grotwoningen. Het was een handelsvolk, de Nabateeërs. Veel van die woningen bestaan nog steeds, al zijn ze niet meer bewoond.
We hadden al een heel stuk bewonderend gelopen over het steenachtige pad toen ons oog werd getroffen door een naam op een boek dat op een tafeltje lag: Geldermalsen. Aangezien wij dicht bij deze plaats wonen viel die naam onmiddellijk op.

Het bleek een boek te zijn, geschreven door ene Marguerite van Geldermalsen. Er stond een jongen van een jaar of zeventien bij het tafeltje die uitstekend engels sprak. Uiteraard vroegen wij hem waarom hij daar stond met dat boek.
Hij bleek een zoon van Marguerite te zijn die haar boek wilde promoten. Zijn moeder vertelt daarin hoe zij, een Nederlands Nieuw-Zeelands meisje van 20 jaar een wereldreis maakte met een vriendin, de stad Petra bezocht, verliefd werd op een Bedoeïenenman, met hem trouwde en met hem en hun gezin meer dan 20 jaar woonde in de eeuwenoude grotten van Petra.
Bij thuiskomst hebben we het boek aangeschaft, gelezen en genoten van een uniek achtergrondverhaal bij de historische stad Petra.
Was zij misschien de vrouw geweest die bovenop de rotspunt gezeten ons daar in de Siq observeerde?

26 januari 2007

Muziek.... (door Marieta)

In de tijd dat ik opgroeide, was het vrij normaal wanneer er een orgel, oftewel een harmonium in huis was. Zo ook bij ons en ik ben mijn ouders nog altijd dankbaar dat ze mij les hebben laten nemen, al op jonge leeftijd.
Ik leerde natuurlijk noten lezen, en met cijfertjes boven de noten wist je ook precies waar je je vingers moest zetten. Ik leerde de akkoorden en kon daardoor later ook uit mijn hoofd spelen. Door die stevige basis was piano ook te doen. De aanslag was wel heel anders, maar het blad met noten zag er net zo uit.
Een accordeon van een vriend was ook niet zo heel moeilijk. Het toetsenbord was hetzelfde. Het was een kwestie van techniek oefenen.
De akkoorden op de gitaar, die ik kreeg van een tante, waren ook makkelijk te herkennen. Alweer een kwestie van oefenen dus.
Toen kwam het elektronische orgel in de mode. Wat hadden veel mensen zo’n ding in huis. En het was fantastisch, je hoefde niet meer zelf te trappen. Ook in ons jonge gezin kwam er een. De kinderen kregen les, want als basis was dat heel goed, was mijn ervaring.
Ik speelde nog steeds ook zelf, maar wilde eigenlijk erg graag iets meer. Er kwam een groter orgel met volledig pedaal. Geweldig! In die tijd heb ik zelfs eens gespeeld op het orgel in de kathedraal van Perugia in Italië.

Toen kreeg ik een citer in handen. Een snaarinstrument met een fijne klank. Ook dit instrument leerde ik bespelen binnen niet al te lange tijd dank zij mijn muziekkennis.
Het grote orgel werd een sta-in-de-weg en ik speelde nog maar weinig. Het werd ingeruild voor een keyboard. Daar kon je veel mee! Instrumenten imiteren, automatische begeleiding erbij enz. Maar na verloop van tijd vond ik dat toch wel wat blikkerig vergeleken bij de orgels die ik had gehad. Gevolg: Ruim een jaar geleden is er weer een oud harmonium in huis. Een prachtig meubel van meer dan 100 jaar oud en met een warme orgelklank. De cirkel is rond!

En nu komt het gekke: de eerste keer dat ik erop speelde nam ik een vrij snel stuk met een ingewikkelde vingerzetting dat ik jaren geleden veel gespeeld had en het leek net alsof mijn vingers een geheugen hadden; het speelde zo lekker en vlot weg alsof er geen jaren tussen hadden gezeten.

Muziek is nooit ver weg geweest. Ook al speel(de) ik maar als een amateur, het hielp in boosheid, (lekker hard spelen) bij verdriet (al spelend de tranen laten druppelen) maar ook bij vrolijkheid (als onderstreping).

EEN BELOFTE

Ik las in de Volkskrant een interessante column van nota bene Marcel van Dam.
Hij zet een paar klachten van de Nederlandse bevolking op een rijtje, o.a.
- alles is duurder sinds de euro
- er is meer criminaliteit
- de verzorgingsstaat brokkelt af
- werk verdwijnt naar het buitenland
- onze kinderen zullen het zwaarder hebben dan wij
- er is een steeds grotere terrorismedreiging.

En dan laat hij zien dat al deze zaken niet waar zijn.

Ze zijn gewoon niet waar! De bevolking is gegroeid, maar de criminaliteit is MINDER dan 25 jaar geleden! Er komt meer werk bij dan er verdwijnt! In de jaren zeventig waren er in Nederland en Europa meer terroristische aanslagen dan nu! En zo weerlegt Van Dam nog even door.

Waarom dan toch die somberte? Mede door het groeiend aantal media dat we tot ons nemen. Als je op zes verschillende plekken (eigen krant, gratis krant, internet en tv of radio) over hetzelfde vreselijke misdrijf hoort, denken onze hersens vaker aan criminaliteit.
Bovendien zegt Van Dam dat politici, willen ze een groot publiek bereiken, mensen emotioneel moeten raken. Bang maken is dan een beproefde methode.

Ik stel het hier allemaal wat sneller en simpeler voor dan Van Dam deed, maar de hoofdboodschap blijft: veel van ons geklaag is onterecht. De toekomst zou wel eens een grotere belofte kunnen zijn dan we nu denken.
Eh.
Tja.
Optimisten have more fun.

25 januari 2007

Zingen..... (door Marieta)

In de cursusjaren van Kalligrafie had ik een “maatje” Petra. Petra en ik rookten graag een sigaretje of twee in de pauze. Zij ging naar een andere dag voor de lessen en we verloren elkaar uit het oog. Enkele jaren later ontmoetten we elkaar weer bij een inhaalles. Een gezellig weerzien maar met één verschil: Petra was gestopt met roken en vermeldde dat met: Ik kan weer zingen! En dat maakte mij jaloers. Ik kon ook niet meer zingen door het roken.
Zingen had altijd een deel van mijn leven uitgemaakt.

Toen ik in de basisschoolleeftijd was en in Den Haag woonde, werd ik eens meegenomen door een vriendinnetje naar een speciale zangles. De juf daar liet ons de gewoonlijk gesproken zinnen zingen. Ik kreeg de opdracht om een appel te gaan kopen op de markt. Dat was vreemd en ik moest wel even over een drempeltje heen. Maar ik deed het wel. Zoiets als:

Het was zo’n bijzondere ervaring dat ik mezelf nu nog voel in die situatie: ongemakkelijk maar moedig meezingend.

Op de basisschool werd veel gezongen. Gewone versjes, maar we moesten ook elke week een couplet leren van een psalm of gezang. En later op de MULO hadden wij een fantastische zangleraar die ons met diverse liederen in een andere taal liet kennismaken.
Als kleuterleidster had ik tot taak om tenminste wekelijks één liedje aan te leren. Met de kleuters werd altijd heel veel gezongen. We kregen daar aparte zangles voor.
Hoe kom ik op dit onderwerp?
In de krant stond een berichtje: Kleine mensen worden groot door met elkaar te zingen en te dansen. En enkele weken geleden las ik ergens: Zing toch alsjeblieft dagelijks met baby’s en kleuters. Het is zo belangrijk voor later.
Kinderen vinden zingen leuk, maar tegenwoordig zingen ze veel na van popmuziek, spontaan zingen is er niet veel meer bij. Op Pabo’s wordt er niet zo veel aandacht meer aan besteed, naar wat ik hoor. En volwassenen zingen nog wel, maar veelal als hobby in een koor.
Zomaar spontaan een liedje zingen doen we niet veel meer en zeker niet in het openbaar. Wij kijken op als iemand ons passeert die zomaar zingt.
De ouderen van vroeger zingen nog veel uit hun hoofd, denk maar aan de Hollandse liederen en de meezing-smartlappen. Zo’n avond met herkenbare liedjes meezingen, liefst met een accordeon, slaat altijd aan. (Ik ben het met Edward eens dat uit je hoofd leren om er later gebruik van te kunnen maken heel waardevol is. Ook mij spelen regelmatig zinnen en gezegdes door het hoofd die dan passen in een bepaalde situatie.)
Wat zou er gebeuren wanneer iemand zomaar iets zou gaan zingen op straat. Bijvoorbeeld “Het kleine café”. Zou je mee gaan zingen? Zou er een groot straatkoor ontstaan waarvan de deelnemers na het lied weer gewoon hun weg vervolgen met een voldaan gevoel? Even een stukje saamhorigheid via zingen? Stel dat we dat heel gewoon zouden vinden over de hele wereld. Geen onbaatzuchtigheidstoestanden nodig, gewoon zingen! Zou je kunnen zingen terwijl je schiet op je tegenstander. Nee, dat lijkt me niet. Bush zou geen extra troepen hoeven sturen naar Irak maar gewoon midden op straat in Bagdad gaan staan zingen. Hiep hoi, vrede door zingen.

HET VERSCHIL (2)


Hadden we het over tegengif? Hadden we het over verschil? Ja, daar hadden we het over.

Het bovenstaande voetbalteam is een van de elftallen van de Fugees. De Fugees uit Clarktown, niet ver van Atlanta, USA. Fugees staat voor Refugees, want in dit stadje zijn er veel vluchtelingen. En vluchtelingenkinderen. Er is voor hen een 'boys soccer program' opgezet en de mevrouw op de foto is een van de vrijwilligsters - de trainster.
De jongens komen zoals ze daar zeggen de 'most troubled corners of the world' — Afghanistan, Bosnië, Burundi, Congo, Gambia, Irak, Kosovo, Liberia, Somalië and Soedan.
Sommige jongens hebben hun vader vermoord zien worden, anderen hebben tijden in vluchtelingenkampen gewoond, of zijn maanden onderweg geweest, maar nu zijn ze legaal, erkend als vluchteling, en doen ze in elk geval af en toe dat waar ze lol in hebben: voetballen.

De coach heeft een lijstje met regels opgesteld:
I will have good behavior on and off the field.
I will not smoke.
I will not do drugs.
I will not drink alcohol.
I will not get anyone pregnant.
I will not use bad language.
My hair will be shorter than Coach’s.
I will be on time.
I will listen to Coach.
I will try hard.
I will ask for help.
I want to be part of the Fugees!

en de jongens tekenen een contract voordat ze komen oefenen.

Maar nu is er een probleem. En dat probleem is de burgemeester van Clarktown. De jongens trainen in het grote stadpark, maar de burgemeester - die vast binnenkort herkozen wil worden - heeft het voetballen in het park verboden. Met groot en snorrenstreng vertoon. 'There will be nothing but baseball and football down there as long as I am mayor,' zegt burgemeester Lee Swaney, gepensioneerd eigenaar van een bedrijf dat air-conditioners maakte. 'Those fields weren’t made for soccer.'

Hij heeft ook een mooie naam voor de vluchtelingen in zijn stad. 'The soccer people'.

Misschien is deze burgemeester de eerste op wie onbaatzuchtigheidsinjecties moeten worden toegepast? Of zou airco op zijn hersens al voldoende zijn?
The owls are not what they seem.

24 januari 2007

HET VERSCHIL


Ik zag de laatste dagen twee mooie films waarin de relatie tussen 'Leven' en 'Literatuur' aan de orde kwam. In STRANGER THAN FICTION worstelt een schrijfster met de vraag of ze haar hoofdpersoon kan laten sterven in haar boek, en in THE HISTORY BOYS (foto) verdedigt een leraar 'Algemene Zaken Die Iets Met Cultuur Te Maken Hebben' het uit het hoofd laten leren van gedichten, liedjes en gedeeltes van toneelstukken.
Zijn leerlingen zeggen: 'Maar al die teksten gaan over dingen die we niet begrijpen, en die we nog nooit hebben meegemaakt...'
'Klopt,' zegt de leraar, 'en dat is ook de bedoeling. Ze zijn een tegengif. Je slaat ze nu op, en als je wél in de onforuinlijke situatie komt waar de gedichten over gaan, dan heb je je geneesmiddel bij je.'

Literatuur als tegengif. Hoofdpersonen als mensen in je buurt die het verschil kunnen maken.

Ik wil erin geloven, en ik geloof er ook in.
Het mag ouderwets zijn, droog, onopgepompt en slecht gemaquilleerd, maar in mijn eigen leven hebben zinnen uit literatuur, liedjes en films me al menigmaal richting gegeven.
'Zo 't komt, zal 't moeten komen' bijvoorbeeld, uit het hier al vaker aangehaalde liedje ZO 'T KOMT van Wim Hogenkamp.
Maar ook een zin uit Twin Peaks.
Twin Peaks ja. Het is niet zomaar een serie geweest die mooi en goed was en met actrices en acteurs om verliefd op te worden. Want dit zei Dale Cooper keer op keer: 'Every problem contains its own solution'.
Ook daar wil ik in geloven, en ik geloof er ook in.

Algemene waarheden misschien, maar ze hebben een verhaal, een formulering nodig om ons steeds een tik terug te geven als we om dreigen te wankelen. Verbeelding. Tegengif. Onderwijs. Verschil.

Uilenpark (door Marieta)

(Niet geschikt voor spinnetjes reddende mensen.)

Dichtbij waar ik woon is een jonge man enkele jaren geleden begonnen met vogels houden. Hij woont ergens in een stukje bosachtig gebied langs de Linge in het ouderlijk huis. Zijn vader, een onderwijzer, hield siervogeltjes als hobby, maar Robert begon met uilen naast de erfenis aan vogeltjes van zijn vader.

Tussen de boomstammen verschenen allerlei bouwsels met daarnaast open stukken met gaas en netten eromheen. Maar het bleef niet bij uilen. Er kwamen arenden, gieren en meer roofvogels bij. Maar ook soorten ooievaars, kraanvogels, zwanen en andere zwemmers. Het geheel werd langzaam uitgebreid met stinkdieren, een wasbeertje, lama’s. Zijn laatste aanwinst is wel een grote stap ineens: twee kamelen waarvan er één al snel een klein kameeltje ter wereld bracht. Om alles te kunnen bekostigen laat hij sinds enkele jaren bezoekers toe tegen een klein prijsje. Hij krijgt hulp van een aantal vrijwilligers.

Van het bestaan van dit ‘Uilenpark’ zoals het genoemd wordt, wist ik af, maar ik was er nog nooit zelf geweest. Eind augustus kwam het er toch van. Wat een ervaring. De dieren zijn zoveel mogelijk in een natuurlijke situatie te zien. Er zijn paden gemaakt, maar gewoon met houtsnippers en soms planken. Ergens op een pad staat een bordje: Pas op, overstekende kangoeroes.

Je kunt sommige dieren dus tegenkomen. Aan de buitenkant van het terrein is een grote weide. Daar lopen de kamelen. Ze verslinden hele broden, die Robert krijgt van de plaatselijke bakker. Het is een heel avontuurlijke tocht, daar in dat uilenbos. Aan het eind kijk ik even door de open deur van een schuur. Tegen de wand allemaal kleine hokjes op en naast elkaar waar diverse eieren uitgebroed worden. Op mijn vraag wat dat is antwoordt Robert eerlijk: "Dat is voedsel voor de roofdieren. Die eten alleen maar vlees in het wild en dus ook hier." "Maar", zo voegt hij er troostend aan toe, "we maken die muizen en vogeltjes wel eerst dood hoor."

Als je die hokjes ziet en weet dat die diertjes alleen gefokt worden om tot voedsel te dienen, komt dat aan de ene kant schokkend over, maar wanneer je je verstand gebruikt weet je, dat het in de natuur ook zo toegaat, alleen realiseren wij ons dat niet altijd. Robert is daar heel open over. De dieren die wij bewonderen zijn zijn verantwoordelijkheid en hij doet dat zo goed en natuurlijk mogelijk. Hoe zouden ze dat in de grote dierentuinen doen?

23 januari 2007

ONBAATZUCHTIGHEID, RIGHT THERE


Vandaag las ik dit:
Wetenschappers hebben het deel van de hersenen gevonden dat verantwoordelijk is voor onbaatzuchtig gedrag. Door middel van hersenscans, vragenformulieren en computerspelletjes wisten de onderzoekers van het Duke Medical Center in de Amerikaanse staat North-Carolina te achterhalen welke kronkel van de hersenen actief wordt als iemand vaak altruïstisch gedrag vertoont.

Een klein berichtje. Een miniem berichtje. Een berichtje van niks.
Maar heeft dan niemand door hoe dit de wereld zal veranderen?

Er komen nu onbaatzuchtigheidspillen!
Er komen nu onbaatzuchtigheidsmassages!
Er komen nu onbaatzuchtigheids-hersenoperaties!

Nee, niemand heeft dit door. Alleen wij. Hier op dit blog. Laten we alvast een feestje vieren om dit geweldige nieuws te verwelkomen.
Dat klinkt ironisch, maar eigenlijk meen ik het wel. Want stel dat de onbaatzuchtigheid vanaf nu op welke manier dan ook écht te stimuleren is?

Dan zou,
ik zeg zou,
heel misschien
de wereld a better place kunnen worden.
(Zoet gezang van M. Jackson on this one)

Kunnen Hillary Rodham-Clinton en Rudolph Giuliani, nu het nog op tijd is, niet alvast behandeld worden?

Verdorie, alweer de draak gestoken. Maar stel, stel, stel dat het ECHT kan? Altruïsme kunstmatig vergroten?

R E V O L U T I O N !

Desillusie.... door Marieta

Gisteren moest de tinverzameling nodig een beurtje hebben, vond ik. Al kuisend (wat een mooi woord is dat toch) gingen mijn gedachten terug naar de eerste keer dat ik de geefster hiervan ontmoette.
Komend uit Den Haag kwam ik terecht op een streekschool in Doorn. Deze school had een dame in dienst die “nuttige handwerklessen” gaf, zo heette dat toen nog. De juf was pas getrouwd zodat ik haar leerde kennen onder de naam van haar man.
Dat nuttige handwerken nam ze heel serieus.
Eens was ze bezeten van “frivoliteeën” en ze vond het zeer noodzakelijk, dat alle meisjes die techniek leerden. Stel je voor: rond de duim en wijsvinger van de ene hand worden wat draden gespannen, in de andere hand een spoeltje met draad eromheen in de vorm van een schuitje, een paar centimeter groot. Dat spoeltje wordt geacht door de draden heen en weer gehaald te worden, van boven naar beneden en van beneden naar boven enz. totdat er een zeer fijn kantpatroontje ontstaat.
Maar hoe ik ook probeerde om zo’n kantje te kweken, ik kreeg het niet voor elkaar terwijl ik toch echt aardig kon handwerken. Maar de juf was onverbiddelijk: er moest en zou een kantje komen………..

Ik haatte die lessen (en die juf) daarna grondig en het kantje is er nooit gekomen.

Enkele jaren later fietste ik met mijn vriendje op zondagmiddag naar zijn huis. Daar reed een dame een kinderwagen de oprit op. Je raadt het al……….jawel, de nuttig handwerkjuf. Ze was zijn oudste zus! Boos en tegelijk bibberend ging ik naar binnen en……… ze wist niet eens meer wie ik was. Had ik daar nu zo veel ellende voor doorgemaakt?

Overigens, toen ik een plaatje hierbij zocht kwam ik verschillende sites tegen van mannen die dit frivoliteeën als hobby hebben. Ook op de foto is het een man die hiermee bezig is. Hij gebruikt hier een haaknaald en het spoeltje hangt ernaast.

22 januari 2007

WAAR BLIJFT TWIN PEAKS?

Ik ben geen cultserie-kijker. Ik vergeet vaak afleveringen op te nemen, en als ik ze heb opgenomen vergeet ik ze te bekijken: Lost, The OC, ER, Six Feet under, The Office, Extra's, Curb your enthusiasm, 24 - het is grotendeels aan me voorbijgegaan.

Maar in 1991/1992 werd Twin peaks voor de eerste keer uitgezonden. Ik bleef er voor thuis. Ik trok de stekker uit het stopcontact. Ik kocht een uitmuntende koptelefoon om het geluid zo dicht mogelijk in mijn oren te hebben. En ik nam alles op.
Elke aflevering bekeek ik wel drie keer.

In latere jaren heb ik vier keer opnieuw de hele serie met vrienden of geliefden gekeken, en elke keer weer was ik gelukkig.

The owls are not what they seem...
'Laura, Laura!'
HOW HOW HOW HOW (blaffende jongemannen)
'I need to brush my teeth, I need to brush my teeth!'


Hopelijk zijn er een paar onder jullie die bovenstaande zinnen herkennen.
Mocht het in mijn macht liggen, dan greep ik jullie allemaal in één grote armbeweging vast, zwiepte jullie in een bioscoop vol luie stoelen neer, en projecteerde de hele Twin Peaksserie aan één stuk door. 'Kijken,' zou ik roepen, 'kijken!'
Ik zou een nare keizer worden. Ik zou me niet inhouden.

Want Twin Peaks is spannend en grappig en oer en eng en oogstrelend, en David Lynch is er de opperpoppenspeler van.

Maar waarom schrijf ik dit nou? Omdat de serie zuutzuutzuut nog steeds niet volledig op dvd verschenen is. Vier jaar geleden, of misschien langer al, kwam wel het eerste seizoen uit, maar het vervolg laat al jaren op zich wachten. Hoe kan dat nou toch? Is dit een sadistisch trekje van Lynch? Is het ophongeren? Is het Killer Bob zelf die zijn rechten opeist?

Belofte maakt schuld... (door Marieta)

Aan het begin van mijn schrijverij heb ik beloofd iets meer over mij te vertellen. Wel, die belofte los ik hierbij in. Trek je eigen conclusie……….
Deze foto is één van mijn meest geliefde foto’s: Edward met een gevonden poesje onder zijn arm geklemd op 2-jarige leeftijd. Hij had het onder de heg gevonden, zei hij.

De afbeelding hiernaast zal door maar één persoon onmiddellijk herkend worden. Die persoon is Edward zelf.

Al heel jong gaf Edward al een krantje uit met de naam: “Enzovoorts”. Hij schreef daarin o.a. over de laatste boeken, de laatste lp’s, verjaardagen van bekende Nederlanders in die week, een gedicht en korte grapjes bijvoorbeeld. Hij had een kleine lezerskring van buren en enkele meesters en juffen waar hij wekelijks zijn krantje in de bus deed. Het werd op de basisschool gedrukt met de vloeistofduplicator. Wie kent dat systeem nog?
Edward verzamelde graag feiten en maakte lijstjes van allerlei voor hem belangrijke dingen. (Komt dat je soms bekend voor?) Het schrijverschap zat er toen al in!

Verleden jaar januari waren we samen in Praag. Het was daar behoorlijk koud. Het is te zien aan de rode neuzen.




Conclusie getrokken?

21 januari 2007

TEGEN DE MUUR KWAKKEN

Waarschuwing: dit wordt een elitair stukje.

Ik schrijf met de hand. In flutserige schrijfboekjes. Als ze maar een harde kaft hebben, en papier met lijntjes, vind ik alles best.
Maar een tijdje geleden kreeg ik van een zeer lieve schrijverscollega een echte Smythson cadeau. De Smythson heeft een leren kaft, en dun, blauwachtig papier. De Smythson ligt héél lekker in de hand, en de bladzijden drukken niet door.

Ik moest er even aan wennen, ook aan de chiquiteit van de Smyhtson, maar inmiddels ben ik een groot fan. En dat komt eigenlijk vooral door de tekst die ik in mijn Smythson aantrof.

Achterin elk schrift staat 'The story of Smythson Featherweight Paper and Bindings'.
Ik las er iets over watermerken, stevigheid en 'floppy leather binding'. Maar deze zin trof me het meest:
'Called the 'Panama Hat' of books, the Featherweight can be rolled up and squashed and will improve with age.'

Oprollen en smashen! Geweldig! Mijn werk, beste bloglezers, kan vanaf nu opgerold worden en tegen de muur gekwakt, want 'it will improve with age'. Daar word ik nu echt gelukkig van.

Zal ik dus ooit weer terug kunnen naar gewone schrijfboekjes?
Ehm. Ja.
Ik zal wel moeten.
Diezelfde supercollega schonk me nóg een Smythson, zoals alle Smythsons ingepakt in een blauwe kartonnen doos met vele bladen vloeipapier. Ik kan dus nog heel even voort. Maar ik keek net naar de Smythson-site om een geschikt plaatje voor dit blog te vinden. En toen zag ik de prijs van één zo'n schriftje. Van één zo'n tegen-de-muur-smijt-exemplaar... TWEEHONDERDENVIJF EURO.

Weg elitarisme.

Ik hoor niet wat ik schrijf… riep ze wanhopig uit.(door Marieta)

De eerste keer dat ze naast mij zat vroeg ik haar waarom ze nu, op 34-jarige leeftijd, les wilde hebben. Ze kreeg tranen in haar ogen en zei: “Ik kan mijn kinderen niet voorlezen en met hun huiswerk helpen. Als ze bij mij komen met vragen zeg ik altijd maar dat ik nu even geen tijd heb en dat ze naar papa moeten gaan. Daar begon het mee en dat doet zo’n pijn.
En toen die mevrouw mij begon uit te schelden omdat ik haar naam niet goed opschreef. Maar ik hoor niet wat ik schrijf…” riep Annie wanhopig uit.
Ze had van een kennis gehoord dat er nog wel iets aan haar schrijf- en leesproblemen te doen was. Ze werd getest bij het Instituut voor dyslexie en haar jarenlange problemen hadden een naam gekregen. Na jaren van niet begrijpen was dat al een hele vooruitgang. Er waren mensen die haar begrepen! Ze was niet dom en onwillig maar ze was dyslectisch!
Ze wilde graag samen met haar man, die goudsmid was, een eigen bedrijfje opzetten. Zij ontving de klanten aan de balie; hij repareerde. Maar na haar aanvaring met de boze mevrouw schreef ze de naam niet meer op onder de neus van de klant, maar deed ze dat aan een tafeltje tegen de achterwand waar niemand haar op de schrijvende vingers keek.
Ze wilde zo graag kinderen en man helpen dat ze alles daar voor over had wat binnen haar bereik lag. Wekelijks reizen naar Amsterdam en 4 keer per week oefenen.
Na drie maanden les was ze al zo ver gevorderd dat ze mij trots vertelde dat ze een groot bord had gemaakt voor de klanten met daarop: Gelukkig nieuwjaar. Ze had dat zonder fouten opgeschreven, had haar man gezegd. Ze ging als een gelukkig mens vol goede voortzettings-moed dat nieuwe jaar in.

Hij was monteur bij een groot bedrijf in verwarmingsketels. Hij was erg goed in zijn vak. Dag in dag uit gingen ze samen op pad, de hele stad door. De chauffeur en hij. Totdat het bedrijf drastisch moest inkrimpen. Voortaan moesten de monteurs maar alleen op pad gaan, een chauffeur kon best gemist worden. O ja, voor de anderen wel, maar nu juist niet voor Bert, die door zijn vorm van dyslexie niet kon lezen. Ooit had hij wel zijn rijbewijs kunnen halen met veel kunst- en vliegwerk maar nu kon hij de straatnamen niet lezen. En als hij ze al durfde vragen dan nam dat te veel tijd in beslag. Dat kon het bedrijf niet hebben dus Bert werd eruit geknikkerd. Bespreekbaar maken was niet aan de orde, het was immers een schande als je niet kon schrijven en/of lezen, dat mocht de baas niet weten.
Twee schrijnende gevallen van volwassen mensen met een vorm van dyslexie. Deze mensen hadden het geluk gewezen te worden op de mogelijkheid van begeleiding. Na anderhalf jaar waren beiden in staat weer blij door hun schrijvende en lezende leven te gaan.

Enkele voorbeelden van vóór de behandeling:

Opdracht: De boeren werken op het land.
Resultaat: e boeren hewefken op is plat lant
Opdracht: De ruit is stuk.
Resultaat: de ruet is stek
Opdracht: Er ligt een balk naast de stoep.
Resultaat: der ligt een blalek naast de stoep
Opdracht: Waar ga jij heen zei Gerrit.
Resultaat: haar gaaw heen sij geret

Na de behandeling: Onderstaand fragment is het resultaat na anderhalf jaar behandeling, waaruit blijkt dat er nog slechts enkele fouten worden gemaakt.

Rem brandt is de bekwamste en de meest veelzijdige van de schilders uit onze geschiedenis. Hij schilderde niet alleen portretten, maar ook tal van historite en bijbelse stukken van ongekende schoonheid. Enkele jaren nadat hij zijn studie aan de universiteit van Leiden had afgebroken, kocht hij een statig koopmanshuis aan een van de vele rumoerige Amsterdamse grachten.

20 januari 2007

HERCULES DE LIJGER


Dit is Hercules, en Hercules is een lijger.
Dat wil zeggen: zijn vader is een leeuw, en zijn moeder is een tijger. Zoiets is dus 'biologisch gezien' mogelijk, maar in de vrije natuur gebeurt het zelden - tijgers en leeuwen zijn vijanden, en bovendien leven ze grotendeels in verschillende werelddelen. Maar in gevangenschap komt het wel voor. Zo ook in het Institute of Greatly Endangered and Rare Species, in Miami, Florida. Het was niet de bedoeling, maar in de grote groep bleek, na de geboorte van Hercules, dus een Julia-tijger en een Romeo-leeuw te zijn.

Hercules kan snorren als zijn moeder, en brullen als zijn vader.
Hij heeft leeuwenmanen, hoewel die niet al te lang zijn, én tijgerstrepen.
Het enige dat echt anders is dan bij zowel zijn vader als zijn moeder, is Hercules' grootte. Als hij tegen een muurtje rechtop staat is hij al 3,5 meter. Er gaat namelijk bij een kruising van een leeuw en een tijger waarschijnlijk iets mis bij de 'groeigenen' - onderzoekers zijn er nog niet helemaal uit.

Andere kat-combinaties bestaan ook: teeuwen (met een tijger als vader en een leeuw als moeder) en leeuwpaarden (kruisingen tussen een leeuw en een luipaard). Bij teeuwen en leeuwpaarden slaan de groeigenen overigens níet op hol...

Hercules is op Youtube te zien, klik daarvoor hier...

Wat Jammer nou….. (door Marieta)


Heb ik me altijd, vanaf het moment dat ik erover lezen kon, een neger voorgesteld als een mooie, rijzige man met een kleur die me deed denken aan donker mahoniehout, en nu mag het niet meer: het woord neger. Zelfs Pipi Langkous mag haar vader niet langer voorstellen aan haar vriendjes als de negerkoning. Dat moet worden: Zuidzeekoning. Een negerkoning zie ik voor me als zo’n mooie statige man met een kroon op zijn zwarte krullen maar wat moet ik me voorstellen bij een Zuidzeekoning? Zo iemand die uit de Zuidzee oprijst met een drietand in zijn hand? Dat wordt dan een concurrent van Neptunus.

Het boek van Agathe Christie “Tien kleine negertjes” is ook al herdrukt met de titel: Toen waren er nog maar… Want NEGER mag niet meer. Gaat het niet wat ver om boeken te gaan herdrukken om een woord? En waarom eigenlijk? Neger is toch de verwijzing naar een bevolkingsgroep? Het zou een scheldwoord zijn. Hebben ze het soms over het woord ‘nikker’ ? Daar kan ik me wel wat scheldigs bij voorstellen. Maar neger?
Hoe moet ik dan bijvoorbeeld ‘De negerhut van oom Tom’ gaan herbenoemen?
En hoe gaat dit dan verder.

Welke bevolkingsgroep is hierna aan de beurt? De indianen soms? Ook een bevolkingsgroep waarover de meningen verdeeld zijn. Praat maar eens met mensen in Canada bijvoorbeeld die veel met de Indianen te maken hebben. Ook onder de Indianen zijn heel veel verschillen, ook zij worden soms uitgescholden. Ik zat zelf eens in een restaurant in Lethbridge Canada waar een jonge Indianenvrouw binnenkwam. Ze was mooi om te zien en ik keek even naar haar. Juist die korte blik ving ze op en beet me toe: Never seen an Indian?
Stel je eens voor dat ook dat woord uitgebannen moet worden. Weg met Winnetou; weg met Old Shatterhand .

Het komt op mij wel wat overdreven over, maar ik heb dan ook nooit in mijn omgeving het woord neger als scheldwoord horen gebruiken.

19 januari 2007

KAREN DALTON

Sommige stemmen zijn vergeten, en dat is onbegrijpelijk. Iedereen weet gelukkig nog wie Billie Holiday is, en Edith Piaf. Maar anderen raken weggemoffeld in de tijd.

Maar soms komen ze weer boven. Dat gebeurde bijvoorbeeld met Eva Cassidy, wier album SONGBIRD een groot succes werd, ná haar dood.

En volgens mij staat dat nu ook te gebeuren met Karen Dalton.
Deze dame met de zeer sterke en eigenzinnige stem maakte rond het eind van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig maar twee LP's. Vooral de laatste, IN MY OWN TIME, is een klassieker.

Hij is onlangs weer in een aantal landen uitgebracht, en let op: wees er vroeg bij, want ze wordt zeer belangrijk.
Hoe hebben we deze songs kunnen missen? Ze zingt covers, maar als Dalton ze uitvoert, zijn ze van haar.

Karen Dalton had grote psychische problemen. Opnemen met haar, studiowerk, was vrijwel onmogelijk. Na een tijdje wilde ze dat ook niet meer. In huiskamers, met een paar luisteraars, dát vond ze wel goed. Maar verder niet.
Dat intieme is gelukkig goed te horen op de zeer heldere re-issue van IN MY OWN TIME.

Na de twee eerste LP's namen ook drugsproblemen het roer over, en in de jaren tachtig zwierf Karen Dalton door New York - als tassenvrouwtje.
Ze stierf in 1993.
En het gekke is dat al in die hele vroege liedjes alle levenspijn te horen is die ze eigenlijk pas later zou opdoen...

Maar lúister! Please! Er staan wat clips op deze site en ook op haar myspace-pagina zijn hele songs te horen.
En koop deze eerste musthave-cd van 2007.

Rust (door Marieta)

In de stilte na de storm een stukje over rust. Hopelijk is ieder weer zo'n beetje thuis of tenminste op weg naar huis. Hopelijk hebben weinigen schade kunnen vaststellen. Bij mij wel enkele omgewaaide heesters in de tuin die ik vandaag te lijf zal gaan. Snoeien en dan in kleine stukjes knippen is een rustgevende bezigheid en daarmee kom ik op....rust.....

Ben ik de enige die dit heeft? Wat “dit”?
Een waar gebeurd voorbeeld zal duidelijk maken wat ik bedoel.
Toen wij nog een stuk ligusterheg in de tuin hadden, was het mijn taak om die jaarlijks, soms twee keer per jaar, te snoeien. Ik haalde dan een electrische heggenschaar bij een kennis en was met een uurtje wel klaar, opruimen ingerekend.
Maar soms geeft het leven je zoveel gebeurtenissen dat je bijna geen tijd genoeg hebt om daarover na te denken en ze zo een beetje te verwerken.

De tijd was weer aangebroken dat de uitstekende takken geknipt moesten worden. Omdat het stuk heg niet onoverzichtelijk groot was pakte ik de kleine handsnoeischaar en begon takje voor takje af te knippen. Mijn buurman van rechts had dat een tijdje meewarig aangezien en vroeg: Ik heb wel een electrische heggenschaar, wil je die lenen?
Mijn antwoord: Nee, dank je, maar ik moet denken! Ik zag het vraagteken op zijn hoofd!
Kijk, dat bedoel ik nou.

Er zijn bezigheden in mijn leven die ik opzoek om na te denken. Zo ook bijvoorbeeld sorteren. Als er veel tegelijk op mij afkomt zoek ik automatisch een werkje waarbij ik moet sorteren. Alsof daarmee ook mijn denkwereld gesorteerd wordt.

Ik hoor ook wel eens mensen zonder afwasmachine zeggen dat het samen afwassen vaak leidt tot een gesprek dat anders misschien niet zou hebben plaatsgevonden.
Dat is een klein beetje anders, maar het raakt wel aan mijn eerste beschrijving. Het heeft allemaal iets te maken met rust. Een rustgevend, bijna automatische werkje om na te denken of om samen wat diepgaander te praten.
Ben ik de enige die dit heeft?

18 januari 2007

KONINGINNEN

Ja, ik ben gestrand. In Amsterdam. Vanwege de storm. Maar laten we het daar niet over hebben. Want ik heb geweldig onderdak gevonden bij Jan Paul.

Interessanter is het feit dat onverwachte krachten de leiding nemen in deze weerscrisis.
Zo was ik vanmiddag op een vol station Amsterdam Zuid en na uren wachten kwam er een (1) trein binnen. Iedereen begon te rennen, te stuiteren en te dringen. Totdat de koningin ingreep.
De koningin was een NS-dame die een mobiel microfoontje had, heel ingenieus. Zij nam het ferm ter hand en begon de mensen te manen. 'Dit is de laatste trein, en de enige trein, en vanaf Schiphol gaat ook niks meer. Opschieten nu, en nadenken wat u echt wilt.'

Meteen kalmeerde de menigte. Iedereen stond daadwerkelijk stil en iedereen dacht daadwerkelijk even na. En daarna schoot iedereen op. Omdat de koningin het zei. De koningin van het Weer en de Treinen.

Zullen er vandaag veel koninginnen opgestaan zijn?
Zijn er Koninginnen van Info en Files? Van Opvang en Onderhoud? Van Rust en Regulering?
Ik wens iedereen stilte toe, en dan niet de stilte die heerst in de holte van de storm.

En wat Koninginnen betreft: vorige gastblogster Bibi en haar hondenheldin Sien zijn in een klein huisje in Zeeland - een huisje zonder elektriciteit. Maar ze zijn niet gestrand. Ze zijn er uit vrolijke wil, de hele week al. Toch hoop ik dat de pannen en deuren en kozijnen het houden. En dat zij beide niet nog koninginniger hoeven te worden dan wat ze nu al zijn: Koninginnen van het Avontuur en het Kaarslicht.

Het valt wel mee.... (door Marieta)

Deze week las ik weer eens iets over de ongemanierde jeugd.Ik kan me daar wel eens boos over maken. Waarom zo generaliseren? Er zijn ook andere verhalen.
Nog niet zo lang geleden had ik, wat ik noem, een zonnestraalervaring.

Ik stapte even binnen bij een opa en oma. Opa was net teruggekomen van een zoektocht naar zijn twee kleindochters. Beide meiden van 14 jaar hadden de tv-afstandbediening meegenomen en daarmee een pestgevoelige buurvrouw gekweld.

Zij had haar klantjes echter gezien en opa gebeld.
Terwijl ik daar zat kwamen de dames binnen. De een, Karien, uiterlijk een rustige teener, de ander, Joke, een bravoure-meisje met een macho loopje en een zeer ruim decolleté.
Opa joeg ze flink in de gordijnen door te zeggen dat de buurvrouw hem had opgebeld en woedend gezegd had dat de politie er aan kwam. Ze had de meiden gezien deze keer en pikte het niet meer. De politie zou wel eens een hartig woordje met ze willen spreken.
Karien reageerde door een beetje te lachen, niet wetend of ze opa serieus moest nemen. Maar Joke sprong op, verschrikt, bang en vragen stellend. "Moeten we dan mee naar het bureau?" Totdat het ook tot haar doordrong: opa overdreef. Ze kregen evenwel een flinke preek van opa: "Altijd diezelfde buurvrouw het mikpunt, dat moest nu afgelopen zijn." Enz. enz. Oma gaf ze een koekje en een drankje, zoals oma’s doen.
Toen stond Joke plotseling op, trok Karien van haar stoel zeggende: Kom, we gaan excuus aanbieden. En daar gingen ze, op eigen initiatief. Opa ging stiekem buiten kijken maar inderdaad, ze waren binnen bij de buurvrouw en zo te zien druk aan de praat.
Zo kan het ook!

17 januari 2007

WIM HOGENKAMP


De foto hierboven is een foto van een acteur. Een acteur die een lijk speelt. Hij komt uit de serie Q & Q (van Harrie Geelen) waar ik als jongetje van tien in 1974 ademloos naar keek. De twee jonge hoofdpersonen maken in het bos per ongeluk bijgaande foto. De acteur op de foto is Wim Hogenkamp, en de scenes waarin zijn foto voorkwam deden me altijd huiveren.

Wim Hogenkamp werd echter vooral bekend als zanger en liedjesschrijver. Voor zijn liedje 'Afscheid' kreeg hij zelfs de Louis Davidsprijs.
Hij maakte twee LP's ('Heel gewoon', 1978, en 'Punt uit', 1981).
Ik had beide platen en kende (en ken) vrijwel alle liedjes uit m'n hoofd. Voor de eerste LP kreeg Hogenkamp ook een Edison.

Bij mijn lijstje mooiste Nederlandstalige liedjes ooit dat ik hier eerder opblogde, noemde ik het liedje 'Zo 't komt' van Hogenkamp als een van de allerbeste ooit.

Misschien wel het allerbekendst werd Wim Hogenkamp met de tekst van het liedje 'De mallemolen', het Eurovisie Songfestivalliedje van Heddy Lester in 1977.

Maar hoe is het verder gegaan met Hogenkamp?
In 1981 deed hij samen met o.a. Lori Spee voor Nederland mee aan het songfestival van Knokke. Hij baarde er opzien door één liedje in badjas te zingen in plaats van in de toen gebruikelijke smoking.

Hij maakte nog een eigen musical ('De ballen'), bracht zijn LP's in het Duits uit en nam een erg grappig klaagliedje op single op('Je klaagt maar wat' [aggattegattegat]) - maar werd helaas ziek. AIDS. Het waren de jaren tachtig, dus AIDS kon nog niet als chronische ziekte (in plaats van dodelijke ziekte) worden beschouwd.

Op 5 februari 1989 stierf Wim Hogenkamp, 42 jaar oud.
Maar... hij stierf niet aan AIDS.
Hij stierf op een manier die wel erg veel leek op die griezelige rol die hij speelde in Q & Q: Wim Hogenkamp werd vermoord. In zijn eigen huis.
Er waren sporen van braak, er waren geruchten, maar nooit is deze misdaad opgelost.

En nog griezeliger: in het huis van Wim hing een grote foto van hemzelf. De foto namelijk, uit Q en Q. Van hemzelf dus als lijk.

Gek genoeg hebben zowel Wims broer Rob, als zijn zus Babs geen idee waar de foto gebleven is...

De liedjes zijn niet echt bekend gebleven. Maar soms neemt iemand de draad weer op. De jonge Limburger Marc Didden bijvoorbeeld, die me mailde naar aanleiding van mijn lijstje met mooiste Nederlandse liedjes. Marc heeft contact met Rob Roeleveld, destijds een van de componisten van Wim Hogenkamp. En nu zingt Marc enkele liedjes van Wim. Maar... in het Limburgs! In het dialect van Ubach over Worms zelfs. Via deze link is iets meer te lezen over deze Marc Didden, en onderaan deze bladzijde kun je zelfs zijn liedjes beluisteren, waaronder 'Zo 't komt', dat in Marcs vertaling 'So wiet 't kump' heet.

Tenslotte, als eerbetoon aan Wim Hogenkamp, een paar tekstregels uit 'Zo 't komt':

Zo 't komt zal 't moeten komen
(...)
Maar hou me vast m'n lief,
en laat me nog niet vallen,
zeg me dingen die ik begrijpen kan...

Dus toch..... (door Marieta)

Enkele weken geleden schreef Edward dat hij het publieke blogs “I want to do this” had ontdekt. En ik ontkwam niet aan ernstig nadenken over wat ik altijd al had willen doen. Ik kwam uit bij iets uit een ver verleden.
Ik was een beginpuber en droomde ’s nachts soms over de mogelijkheid van springen. Nee, niet zomaar springen, maar heel hoog en heel ver over van alles heen kunnen springen. (Door de jaren heen leerde ik, dat iets in die richting door veel pubers wordt beleefd. Het schijnt iets te maken te hebben met willen vliegen over het moeilijke aanstormende leven heen.)
Praktisch als ik was ingesteld, zocht ik naar mogelijkheden daarvoor. Zo zag ik een oude matras liggen, zo-een met springveren erin. Dat leek mij een mogelijkheid, maar hoe kreeg ik die onder mijn schoenen. Het is mij nooit gelukt om een afdoende oplossing te vinden.
En toen kreeg ik een half jaar geleden een artikel onder ogen over de flyjumper.


"Vliegen kan met de Flyjumper nog net niet, maar enkele meters hoog de lucht in springen wel. Ook is het inhalen van fietsers en inline skaters geen probleem, rennen wordt een makkie als je sprongen van 3 meter ver maakt. Hiervoor zul je wel even moeten oefenen, dat geldt immers bij alle extreme sporten."

Het kan dus echt!

Ik zie ik mezelf dit nog niet doen.
Maar ik troost me met een andere mogelijkheid: een ballonvaart maken. Toch ook even zweven boven het aardse bestaan van alledag en vanuit de stilte die daarboven heerst, je bezinnen op, ja op wat.....?
Het is er nog niet van gekomen, maar het staat (letterlijk) op mijn verlanglijstje.

16 januari 2007

BLOGGERS OP DRIFT 3 - POST A SECRET


'PostSecret is an ongoing community art project where people mail in their secrets anonymously on one side of a homemade postcard', zo verklaart dit prachtige Amerikaanse blog zijn eigen inhoud.

Oftewel: op één zijde van een briefkaart knutselen mensen iets moois en zetten er vervolgens hun persoonlijke geheim bij.

Dat levert bijzondere, pregnante, zielige, grappige reslutaten op. Elke dag komt er wel een nieuwe 'PostSecret' bij. En er zijn inmiddels al een paar PostSecret-boeken, waarin de mooiste resultaten te zien zijn.

Kijk gerust via deze link zelf even...

En, zoals Thomas hieronder ook meldt, er is dus sinds kort een Nederlandse versie... kijk dus óók hier!

Een klein beetje over mij…..(door Marieta Groot)

………mijn naam is dus Marieta, ik ken Edward al heel wat jaartjes en ben een groot bewonderaar van hem. Ook ik ben afkomstig uit het onderwijs. Al met 5 jaar wist ik al wat ik wilde worden: kleuterjuf. (Antwoord op één van jouw vragen, Bibi.) Daarbij had ik altijd veel aardigheid in taal. Die twee dingen samen hebben uiteindelijk geleid tot wat ik nu al ruim 20 jaar doe: Kinderen (en soms ook ouderen) begeleiden die een vorm van dyslexie hebben. Het werk heeft altijd mijn hart gehad. Het is fantastisch wanneer je het zelfvertrouwen van deze kinderen en volwassenen weer ziet groeien doordat ze wel degelijk iets meer kunnen dan ze altijd dachten. Op dit moment begeleid ik 13 leerlingen op een gewone basisschool.
Een van de volgende schrijfdagen zal ik nog iets meer over mijn ervaringen met volwassen dyslectici vertellen.
Hobby’s heb ik eigenlijk heel veel, Edward heeft er al een paar genoemd. Ten eerste: vrije kalligrafie. Op een mooie achtergrond eigen letters en lettervormen weergeven met diverse materialen. Dit doe ik meestal op papier, maar het kan ook op andere ondergronden zoals glas en stoffen. Ook filmen en monteren doe ik graag, maar ook wat muziek maken op diverse instrumenten, lezen, puzzelen en knutselen doe ik regelmatig. Meestal bij vlagen.
Natuurlijk is er meer over mij, maar voorlopig laat ik het hierbij. Wanneer ik een eind op weg ben met mijn schrijverslatijn volgt er meer, beloofd!

In de afgelopen maanden, na het lezen van de diverse “inzendingen” van de diverse gast-bloggers, heb ik wel geleerd, dat er verschillende soorten woordkunstenaars bestaan.

Er zijn er bijvoorbeeld, die de woorden als een componist tot klanken maken en die woorden dan, al of niet ritmisch, uitstrooien op het papier. En dan geniet je van het eigene van die woorden-melodie in een gedicht.

Soms is er een soort kunstschilder bij, die woorden van velerlei kleur op zijn palet heeft. Het verhaal wordt zo beeldend verteld dat het naar je toe komt als een bijna visuele belevenis, als een voorstelling. Je kunt niet ophouden met lezen en vergeet je omgeving.

En dan is er nog de woordenacrobaat.
Die gooit de woorden samen met gevoelens en geluiden in de lucht om ze weer op te vangen als nieuwe, frisse woorden, woordspelingen en zinnen. Lezen en genieten!

Een combinatie is ook mogelijk. Dan gaat het om een zeer veelzijdig kunstenaar.

Vraag me nu niet waar ik bij hoor. Dat mag je bepalen na mijn gastbloggerschap.

15 januari 2007

MORGEN NIEUWE GASTBLOGSTER

De ene lady heeft ons verlaten, maar er is goed en mooi nieuws: vanaf morgen lezen we twee weken lang de stukken van lady Marieta Groot!

Marieta is op dit blog in geschrifte nog niet zo bekend, maar volgt ons op de voet. Zij werkt al jaren in het onderwijs (vooral met kinderen die extra zorg nodig hebben), en is daarnaast oa kalligrafiste, thriller-lezeres en amateurfilmster.

Zij zal zich zelf morgen wat nader voorstellen, en anders zal ze dat zeker in de loop van de twee weken doen. Een foto volgt ook spoedig!

Marieta, welkom hier, en we zijn benieuwd naar je stukken!