31 januari 2007

KINDERANGSTEN

Ik had drie kinderangsten - drie uitzonderlijke, althans:

1. DE HAND. Ik had mijn slaapkamerdeur 's nachts op een kiertje staan, vanwege het invallende licht op de gang. En soms was ik dan doodsbang dat er EEN HAND om de rand van de deur zou verschijnen. Dat ik opeens nare vingers zou zien.

2. DE POP UIT DE POPPENKAST. Een tijdlang stond er een poppenkast opgesteld aan het voeteneind van mijn bed. Een prachtige kast, door mijn ouders zelf getimmerd en beschilderd. De gordijntjes moesten 's avonds per se dicht, want als ze open waren was ik bang dat uit de zwarte diepte achter de kast zomaar een van de poppen te voorschijn zou springen.

3. HAREN WASSEN. Dit was de heftigste en de langstdurende. Ik ben een tijd erg bang geweest voor het wassen van mijn haren. Niet voor het wassen zelf, maar voor het water dat dan om mijn hoofd stroomde. In het zwembad of in de zee durfde ik ook niet met mijn hoofd onder water. Maar dat haren wassen moest natuurlijk toch gebeuren. Alleen mijn moeder mocht dat doen, en dan moest ze nadrukkelijk mijn oren vrijhouden. Intussen hield ik een washandje tegen mijn voorhoofd, want dan stroomde het water ook niet over mijn ogen.

Wat ik nu zo vreemd vind: hoe kwamen juist deze angsten bij mij terecht? Waarom was ik totaal niet bang voor beesten onder mijn bed, voor spinnen, voor slangen etcetera?
Wat maakt dat een klein kind nu juist DIE angsten toebedeeld krijgt? Ik ben nooit bijna verdronken, ik heb geen nare ervaringen gehad met Jan Klaassens of Katrijnen, en er is geen enkele hand geweest die me ooit daadwerkelijk lastig viel.
Weet iemand een antwoord? Vorige levens? Het zal toch niet???

Vraag aan jullie: waar waren jullie als klein kind bang voor?

Trouwens: morgen blog ik over mijn raarste en griezeligste angst. Het heeft iets met Rusland te maken, met de VOO, en met molentjes...

En nog even dit poppenkastfilmpje. Ook beangstigend - maar op een andere manier.

Foto: Hermine Schneider