08 januari 2007

DE SUBWAY SUPERMAN, OF: DE BEHOEFTE AAN EEN HELD


In Amerika is alles groter. Zelfs de Supermannen zijn er groter. En als ze dat niet zijn, dan worden ze groter gemaakt.

Op de foto staat de 50-jarige Wesley Autrey. Bouwvakker, en, wordt er in de Amerikaanse berichtgeving steeds bijgezegd, Vietnam-veteraan. Hij stond afgelopen dinsdag op zijn metro te wachten. Opeens zag hij hoe een twintigjarige jongen duizelig en misselijk werd, en van het perron op de spoorbaan viel. En de metro kwam eraan. Autrey sprong de jongen achterna. Hij probeerde de jonge Cameron overeind te krijgen, maar dat lukte niet. Toen greep hij hem maar stevig vast en duwde hem naar beneden.
Het publiek gilde en de metro kon niet meer op tijd stoppen. Vier, vijf wagons reden over het tweetal heen. Iedereen hield zijn adem in. En toen klonk vanonder het metrostel een stem: 'Everything's fine down here. I've got two daughters up there. Tell my little girls daddy's okay.'

Apparently heeft hij ook nog tegen de twintigjarige Cameron gezegd: 'Sorry Sir, I don't know you, you don't know me, so excuse me for holding you like this...'

Een mooi verhaal. En Autrey mag het in elke talkshow vertellen.

Wesley Autrey is een geweldige man. Een voorbeeld. Een held ook, want wie zou dit durven?
Maar nu de Amerikanen. Let op. Autrey kreeg:
kaartjes voor The Lion King
een week vakantie in Disney World
5000 dollar van de school van het slachtoffer, plus studiebeurzen voor zijn dochters (die nog maar 4 en 6 zijn)
een make-over op tv van zijn huis
een cheque van 10.000 dollar van Donald Trump
nog wat cheques van anonieme gevers
en
de Bronze Medallion - for exceptional citizenship and outstanding achievement van de burgemeester (een onderscheiding die o.a. ook Martin Luther King kreeg).

'Wait a minute,' zei Autrey, 'maar de echte helden zijn onze soldaten in Irak.'