07 januari 2007

Mijn vader deel 2 (door Bibi)

Mijn vader verzamelt alles over de oorlog. Hij struint de markten en dumpzaken af en doet dat al sinds het begin der tijden, voor mijn gevoel dan. Hij kent alle boeken, alle films, alle musea, alle feiten. Aan zijn muren hangen pistolen en bajonetten. Hij verkleedde mij als kleuter als soldaat. Mijn broer en ik konden eerder salueren dan handen schudden.
Zijn tweede verzamelwoede betreft Romeinse scherven. Er liggen stapeltjes aardewerk in de hoek van zijn kamer. Een aantal scherven fungeert er als asbak. En een paar flinke dakpannen gebruikt hij als boekensteun. Het woordje 'terra sigillata' (glanzend Romeins aardewerk) kende ik eerder dan mijn eigen adres.
Bij beide hobby's werd ik flink betrokken. In het eerste geval kwam het erop neer dat ik behalve als verkleedpop ook fungeerde als reisgenoot naar de diverse musea all over the Benelux. En dan de vele bunkers niet te vergeten. De route '14-'18 die we ieder jaar reden tijdens de zomervakantie en de ontelbare oorlogsbegraafplaatsen die ik bezocht. Ik liep langs de duizenden witte kruisen en las iedere naam. Ik prevelde John en Joe en Jim en rekende uit hoe oud ze waren toen ze stierven. Vaak maar tien jaar ouder dan ikzelf.
Niet lang geleden reed ik Bastogne binnen. Ik wist zeker dat ik er nooit eerder was geweest toen ik opeens de grote tank zag die je bij het binnenrijden van het stadje welkom heet. Ja toch, Bastogne kende ik.
En dan die tweede hobby waarin ik mee moest graven naar eeuwenoude schatten. Troffeltje in mijn hand. Winter, zomer, herfst, de weekenden bij mijn vader wroette ik in de grond op een site op het Zeeuwse land op zoek naar archeologische resten. Ik geloof dat het altijd regende. En een keer ben ik uit pure baldadigheid en verveling zomaar in een sloot gesprongen. Ik nam een aanloop en sprong. Ik kon er zelf niet meer uit komen. Mijn vader haalde me eruit. Zuchtte en reed hiephoi terug naar huis.
Zijn hobby oefende hij niet aleen overdag uit, want op een nacht stond hij aan mijn bed met een kaars. (Zijn huisje had geen elektriciteit.) En hij vertelde dat ik me moest aankleden. 'We gaan scherven zoeken,' zei hij. 'Middenin de nacht?' 'Juist middenin de nacht,' zei hij. 'Het is ultra laag water. Over een uur. We moeten ons haasten.'
Met vrienden had hij toen een vuur gebouwd op het strand en met olielampen zochten we op de bodem van de zee. De bodem die maar heel af en toe droog viel op die plek. En daar moesten ze gebruik van maken. Toen het water terug begon te komen gingen we om het vuur zitten en dronk ik als elfjarige mijn eerste whisky. Ik voel nog hoe die te grote slok brandend naar beneden gleed en mijn hele lichaam vanuit mijn buik opwarmde.
Maar dat wilde ik allemaal niet vertellen. Het is een aanloop voor de enige keer dat ik hem echt gelukkig heb gemaakt met een cadeau.
Ik liep een paar jaar geleden op mijn kaplaarzen dwars door een beekje te wandelen in de Ardennen. Wandelen door een beek is leuker dan wandelen naast een beek, ontdekte ik. Opeens zag ik iets ongewoons op de bodem van het kabbelende water liggen. Ik stroopte mijn mouwen op. Degene met wie ik was zei dat het een ordinaire steen was. Maar dan ken je mij niet, en mijn opvoeding niet, dus ik bleef sjorren en trekken tot ik een helm naar boven viste. EEN HELM!!!!!!
Ik belde diezelfde week nog bij mijn vader aan. De helm zat nog in de plastic zak toen ik die aan hem overhandigde. 'Ik heb iets voor je gevonden,' zei ik.
Normaal was hij degene die met gevonden cadeautjes kwam aanzetten: van gedroogde schorpioenen tot zwembroekjes tot chocola die best nog wel kon. Maar nu was ik het eindelijk een keer.

Nooit in mijn leven, nooit, heb ik iemand zo zien schitteren bij het in ontvangst nemen van een cadeau. Hij nam het aan en zei alleen: ' Deutsche Fallschirm, Tweede Wereldoorlog, zoveelste divisie 1943. Die heb ik nog niet.' Hij heeft een plank vol helmen. Een kast vol, maar geen Duitse parachutistenhelm. Hij haalde de helm eruit. Zuchtte: 'Ja, die had ik nog niet.' Hij had daarna geen oog meer voor mij. Ik heb mijn koffie opgedronken en ben stilletjes weggegaan.
Dit was het weer. Tot morgen.

Op de foto de collectie van Erik Zwiggelaar.