26 januari 2007

Muziek.... (door Marieta)

In de tijd dat ik opgroeide, was het vrij normaal wanneer er een orgel, oftewel een harmonium in huis was. Zo ook bij ons en ik ben mijn ouders nog altijd dankbaar dat ze mij les hebben laten nemen, al op jonge leeftijd.
Ik leerde natuurlijk noten lezen, en met cijfertjes boven de noten wist je ook precies waar je je vingers moest zetten. Ik leerde de akkoorden en kon daardoor later ook uit mijn hoofd spelen. Door die stevige basis was piano ook te doen. De aanslag was wel heel anders, maar het blad met noten zag er net zo uit.
Een accordeon van een vriend was ook niet zo heel moeilijk. Het toetsenbord was hetzelfde. Het was een kwestie van techniek oefenen.
De akkoorden op de gitaar, die ik kreeg van een tante, waren ook makkelijk te herkennen. Alweer een kwestie van oefenen dus.
Toen kwam het elektronische orgel in de mode. Wat hadden veel mensen zo’n ding in huis. En het was fantastisch, je hoefde niet meer zelf te trappen. Ook in ons jonge gezin kwam er een. De kinderen kregen les, want als basis was dat heel goed, was mijn ervaring.
Ik speelde nog steeds ook zelf, maar wilde eigenlijk erg graag iets meer. Er kwam een groter orgel met volledig pedaal. Geweldig! In die tijd heb ik zelfs eens gespeeld op het orgel in de kathedraal van Perugia in Italië.

Toen kreeg ik een citer in handen. Een snaarinstrument met een fijne klank. Ook dit instrument leerde ik bespelen binnen niet al te lange tijd dank zij mijn muziekkennis.
Het grote orgel werd een sta-in-de-weg en ik speelde nog maar weinig. Het werd ingeruild voor een keyboard. Daar kon je veel mee! Instrumenten imiteren, automatische begeleiding erbij enz. Maar na verloop van tijd vond ik dat toch wel wat blikkerig vergeleken bij de orgels die ik had gehad. Gevolg: Ruim een jaar geleden is er weer een oud harmonium in huis. Een prachtig meubel van meer dan 100 jaar oud en met een warme orgelklank. De cirkel is rond!

En nu komt het gekke: de eerste keer dat ik erop speelde nam ik een vrij snel stuk met een ingewikkelde vingerzetting dat ik jaren geleden veel gespeeld had en het leek net alsof mijn vingers een geheugen hadden; het speelde zo lekker en vlot weg alsof er geen jaren tussen hadden gezeten.

Muziek is nooit ver weg geweest. Ook al speel(de) ik maar als een amateur, het hielp in boosheid, (lekker hard spelen) bij verdriet (al spelend de tranen laten druppelen) maar ook bij vrolijkheid (als onderstreping).