03 januari 2007

EEN OPTOCHT VOOR TYTER


Op dit schilderij van Jan Miense Molenaer is een begrafenisoptocht te zien die op 29 januari 1634 ook werkelijk gelopen is.
Kijk, daar zien we de schout. Hij heet Willem de Bondt en is tevens ketterjager. Hij maakt katholieken, joden en remonstranten het leven meer dan zuur - gelukkig met niet al te veel succes, want de schout is een nogal sullige schout.
Maar nu is hij droevig.
Er lopen kinderen van hoogwaardigheidsbekleders mee, ze dragen allemaal zwart.
En daar is de vrouw van de schout, Maria, van wie gefluisterd werd dat ze het hield met de organist van de kerk - ‘wiens ving’ren zijn gewent, te hand’len haer luyt’.
Ach, en er lopen ook honden mee in de stoet. Ook de honden dragen rouwsluiers over hun kop. Vorst is er, zo heet die ene rouwende hond, en Spier, dat is de andere.
Er moet ook nog een kat meegelopen hebben, maar volgens historici 'wilde zij niet volgen en nam de vlugt.'

Waarom liepen zij daar, in 1634?
Vanwege Tyter.
Tyter was dood.
En Tyter was het hondje van de schout.

Tyter stierf aan de gevolgen van een keelaandoening. Maar die kwam zo plotseling opzetten dat de schout het niet vertrouwde. Volgens hem had het dienstmeisje de hond vergiftigd. Tja, de schout had dat dienstmeisje ooit eens zwanger gemaakt, misschien was ze daar nog boos over? In elk geval liet de schout de beste wetenschappers komen voor een autopsie.

Van Tyters ziekbed bestaat óók een schilderij van Jan Miense Molenaer. En de Amerikaanse kunsthistorica Cynthia van Bogendorf-Rupprath is onlangs gepromoveerd op Tyter, en vandaar dat we dit allemaal weten.
De grote dichter Vondel was zeer verbolgen over al deze gekte. Hij had zelf net twee kinderen verloren en schreef dus een vlammend hekeldicht over De Bondt en zijn geliefde Tyter. Via dat gedicht kwam De Bondt ook in DE VUURAANBIDDERS van Simon Vestdijk terecht.
Het allermooist aan dit verhaal (naast het feit dat Tyter nu al bijna vier eeuwen leeft!) is dat er vlak na de begrafenis een spreekwoord ontstond: 'Hij is bekend als De Bondt met zijn hond'. Dat spreekwoord gebruiken we nog steeds, zij het een beetje verbasterd: Bekend staan als de bonte hond.