Met prik (door Alexander)
Gelukkig hoef ik de komende dagen niet te roeien, want dat zou even niet gaan: ik loop nu rond met twee slampamperige hangarmen met tachtig euro aan vaccinaties erin. Ze voelen aan alsof ik voor elke neergetelde euro een liter vaccinatievocht ingespoten heb gekregen. Af en toe is het alsof er iemand met een breinaald in mijn linkeroksel prikt. Maar ik geniet. De twee pleistertjes op mijn bovenarmen voelen behoorlijk stoer.
Het gaat heel erg goed met mijn geplande reis naar Guatemala. Vliegticket is geboekt, paspoort verlengd, Lonely Planet aangeschaft en vanmorgen heb ik dus twee prikken gehaald. Hepatitis A en DTP. Er was inloopspreekuur bij de GGD en ik ging er enthousiast glunderend naar toe. Ik had echt zin in die prikken. Omdat het een stapje dichter naar de reis toe is (en omdat ik prikken stiekem best wel spannend en stoer vind).
Het krappe overloopje in het GGD-gebouw zat stampvol wachtende mensen en de in groten getale aanwezige peuters verspreidden een oorverdovend gedrein. Het duurde iets minder dan anderhalf uur voordat je aan de beurt kwam. Een jankjengelend jongetje maakte de wachtkamer een uurlang deelgenoot van zijn jankende gejengel. Ik dacht: ach, dat hoort erbij, en las onverstoorbaar een krantje en een boekje.
En toen mocht ik naar Willemijn, de beginnende arts die enge verhalen vertelde over muggen en malaria en dengue. Ik knikte daar begrijpend en stoer op terug. Het recept voor 130 antimalariapillen pakte ik aan alsof het een boodschappenbonnetje was. Audrey, de prikverpleegkundige, vroeg daarna grijnzend: ‘Guatemala? Wat moet je dáár nou?’ En ik kon daar breed op teruggrijnzen. De injecties voelde ik nauwelijks. Toen de pleistertjes opgeplakt waren kon ik losjes mijn mouwen omlaagschuiven en heel normaal mijn jas aantrekken en ontspannen lachend de prikkamer verlaten.
Nu laat ik aan iedereen die in mijn buurt komt mijn pleisters zien. Mijn huisgenoot werkte al erg goed mee. Terwijl ik mijn mouw opstroopte zei hij: ‘Zo, heb je een tattoo laten zetten?’ Bijna goed.