17 november 2006

ALS KAAS

Ik zit de hele tijd te denken: hoe voelt dat nou, steeds maar die vreemde taal (in mijn geval het Frans) te horen en te moeten spreken?
En nu heb ik de juiste analogie: dat voelt als een groot stuk kaas in je mond.

Hier komt mijn poging tot uitgewerkte analogie:
dat stuk kaas in mijn mond is niet vies. Ik kan het alleen niet doorslikken, daar is het te groot en te onbekend voor.
Dat betekent dat ik eromheen moet praten. Dat lukt, maar ik manoeuvreer dat stuk dus de hele tijd, zo goed en zo kwaad als dat gaat, van links naar rechts in mijn mondholte. Soms merk ik het even niet op en dan kunnen mijn woorden er makkelijk langs. Maar vaak moet ik zoeken en zoeken om een weggetje te vinden voor wat ik wil zeggen.
Gelukkig slinkt het stuk kaas. Er brokkelen stukjes af die ik doorslik, dus inmiddels gaat het een stuk makkelijker.
Maar vermoeiend is het wel. Ik kan het kaas-obstakel pas uitspugen als ik alleen op mijn hotelkamer ben.

Beste bloglezers, dit is de ridicuulste vergelijking die ik ooit gemaakt heb. Het slaat werkelijk nergens op. Ik laat het hier alleen maar staan opdat jullie eens hartelijk om me kunnen lachen. Ik ben toch niet in Nederland of in België of in Australië, dus dat terechte gegniffel bereikt mij niet.
Want KAAS - wat een flauwekul! Ik ben geen raaf! Bovendien hebben ze hier alleen maar zachte stinkkaas die natuurlijk meteen doorslikbaar en weg te kauwen is. Ik maak u allen diepe excuses. Ik zit nog steeds in een donker internetcafeetje met naast mij een dit keer 13-jarige die luid OUACH en AJAAAJ roept omdat zijn alterego in de computergame die hij speelt in een rotsspleet dondert. Op dit eigenste moment begint hij zelfs te fluiten. Zoals een fluitketel dat kan doen. De jongen dus, niet zijn alterego. Vandaar dat ik onzin typ. Nogmaals mes excuses.