18 november 2006

Vat (Kees)


Ergens in het derde decennium van de vorige eeuw vonden Terschellinger jutters een gesloten vat. Reden tot voorpret en vreugd daar zich in gesloten vaten alcoholhoudende drank placht te bevinden. De jutters vervoerden de vondst van het strand naar hun dorpje, Oosterend, waar men haar aansloeg en horizontaal op schragen plaatste. Het fust bevatte sterkedrank, daarover kon geen twijfel bestaan, maar wát voor drank het was, wist niemand. So what? Terschelling, jaren ’30, er bestond wel meer wat ze nooit hadden geproefd, een borrel kreeg je niet iedere dag en het spul uit het vat smaakte best.
Aparte smaak, dat wel, maar daar had je je na twee slokken doorheen gedronken en al na het vierde glaasje was je gelukkig.
Na drie weken was het vat leeg. Jammer. Toen men het van de schragen tilde, werd vastgesteld dat het voor een leeg vat ongewoon zwaar was, alsook dat er iets ín zat wat bewoog wanneer het vat heen en weer werd geschud. Iemand haalde gereedschap en het vat werd opengezaagd.
Het vat bestaat nog. Wie het wil zien, bezoeke het Juttersmuseum op Terschelling. Wat er met de aap is gebeurd, is mij niet bekend.