03 december 2006

De Wereld Huilt (Mathijs)

Allereerst even een heel erge sorry dat ik vergeten ben gisteren te loggen: vandaag daarom 2 logjes, of het nu leuk wordt gevonden of niet.

Zondagochtend. Ik staar apatisch uit het raam waar de regendruppels langzaam op vallen en naar beneden rollen alsof er beneden iets te doen is. Ik voel me rot, teleurgesteld en moe. Moe van al de drama van gisteravond, moe van het tekort aan slaap en moe van alles. 5 minuten later zit ik aan tafel, nog steeds apatisch naar buiten starend. Ik kauw op m'n croissantje, neem een slok jus d'orange, maar de enige gedachte die ik heb is: Ik wil hier weg, maar ik kán niet weg. Waar moet ik in godsnaam heen? Het liefste kleedde ik me nu aan en rende ik weg. Maar dat kan niet. Ik voel of mijn voeten in mijn pantoffels het nog doen. Gelukkig, ze zijn nog in leven. Onze rode schutting wordt langzaam natgespetterd en als ik later weer kijk is de kleur verschoten van lichtrood naar donkerrood. De wereld huilt. De wereld huilt dikke tranen die op straat vallen. De wereld huilt om het jongetje dat vermoord is op school. De wereld huilt om het broeikaseffect, om oorlog, om arme weesjes, om jou en om mij. De wereld jankt en schreeuwt, maar niemand ziet haar. Het enige wat we zien is een wereld die langzaam afsterft. Langzaam kapot gaat aan wat er allemaal gebeurd. De bange ogen van de wereld zien we in de donkerbruine ogen in die van een Afrikaans aids-patiëntje, de bange ogen van de wereld zien we in de stervende man in het ziekenhuis, in de bange ogen van in elkaar getrapte homoseksuele jongen, in de bange ogen van ons allemaal.