15 april 2007

DE MACRO-NIES

Gisteren stond ik op een bushalte in Rotterdam en opeens verstarde de stad. Niet omdat ik op de bushalte stond, maar wel omdat de man naast mij op de bushalte stond. Want hij nieste.

Maar hij nieste niet normaal, met een zacht hatsjoetje, waarna de nieser besmuikt-geschrokken een paar mooie diepe gedachtes op de bodem van zijn zakdoekje veinst te bekijken, nee, deze man nieste een macro-nies.

Waarom doen mensen dat? Waarom nemen ze een hink-stap-aanloop, waarom rekken ze met alle bastonen die ze in hun innerlijk clavicordium hebben de HAAAAAAAAAA, en waarom vloeien ze hun luide tsjoeoeoeoeoeoeoeoes dan uit alsof ze een inktpot ter grootte van West-Massachusetts hebben omgestoten?

De man was een aanstelniezer. Een zelfvergrotende niezer, dat was hij. Zijn nies was als het PVV-partijprogramma. De man nieste zoals Gordon grappen maakt. De man toonde zijn neus aan heel Rotterdam, alsof zijn neus een wijsvinger was die God zelf in zijn gezicht had gepropt.

Dat soort figuren heb je, we moeten het aanvaarden. Er zijn ook motorrijders die te hard door de straten scheuren. Maar het zijn natuurlijk wel zielige mensen. Correctie: zielige mannen. Hebben jullie ooit een vrouwelijke aanstel-niezer gezien?
En kom nu niet aan met de bewering dat het aangeboren is: een mini-niesje of een nies met maximale scoringskansen. Ik zeg: beslis. Stúúr je nies. Wees neuslijk bescheiden.

Heel Rotterdam heeft de macho-niezer gehoord en gezien. Maar wat schiet hij er mee op? Vermeldingen in webstukjes, dat is het hoogste. Maar wat weten we verder van hem? We zijn niet geïnteresseerd.
Conclusie: machoniesen is zielig. De machoniezer berooft zichzelf van welke belangstelling dan ook in zijn diepere persoonlijkheid. Sterker: door zo schabouwelijk te niezen berooft hij zich van een persoonlijkheid tout court.
Eigenlijk is het een castratie. Zelfcastratie. Achjee.