De reisgenoten (door Alexander)
De plannen nemen vastere vormen aan. Uit het vage verlangen is nu een echt plan aan het ontstaan waarvan de contouren langzaamaan duidelijk worden. De bestemming wordt Guatemala, we vertrekken zodra het juli is, we gaan zeker naar dat mooie Antigua van de foto – we zijn nu naarstig op zoek naar een heen-en-weer-vliegticket van minder dan duizend euro.
Ja, ik schreef ‘we’. Meervoud. Ik heb een reisgenoot gevonden. Want samen is leuker dan alleen en handiger etc. Maar ik wil het even over iets anders belangrijks hebben. Mijn reisgenoot is namelijk Anna, een oude klasgenote, een vriendin sinds de eerste klas van de middelbare school, die al een jaarlang in India geleefd en gereisd heeft en met wie ik nog altijd contact houd, ook al studeren we in verschillende steden. Mijn reisgenoot is dus een ‘zij’.
En dat komt een mens op verwonderde blikken te staan. Op allereerst verbazing. Want: niet toch, vriendje-vriendinnetje, jullie, Alex en Anna? Nee hoor. Niet hoor.
Alsof dat moet! Nee, ik heb dus geen relatie met Anna en ben niet verliefd op haar en hoop daarop heeft ook geen van ons beiden en, om het helemaal af te maken, evenmin ooit gehad: van klasgenoten werden we vrienden, zonder pijnlijke afwijzingen en onvervulde wensen. Dat kan, volgens mij. Dat kan ik, kunnen wij. Volgens mij kunnen er hechte, goede vriendschappen bestaan tussen - heteroseksuele (zó'n hardnekkig cliché) - mannen en vrouwen. Ongehinderde vriendschappen, dus zonder dat een van beiden verlangens heeft naar méér dan die vriendschap-zoals-ie-is, verlangens naar seks (en dat is inclusief zoenen, Arie).
De meeste mensen geloven mij niet en blijven verwonderd, zullen het zelfs tot na onze reis blijven. Maar ik ken ook weinig andere mensen die het kunnen, die zulke vriendschappen hebben. Gisteren kwam Anna bij mij eten en we praatten vol opwinding. Het voelde zo ongelooflijk dat we samen op reis gaan. Niet dat wij (als niet-vriendje-en-vriendinnetje) samen op reis gaan. Gewoon dat we samen op reis gaan. Wij vinden het niet wenkbrauwoptrekkend raar, wij weten beter. Jullie? Hebben jullie verhaalwaardige ervaringen?
Ja, ik schreef ‘we’. Meervoud. Ik heb een reisgenoot gevonden. Want samen is leuker dan alleen en handiger etc. Maar ik wil het even over iets anders belangrijks hebben. Mijn reisgenoot is namelijk Anna, een oude klasgenote, een vriendin sinds de eerste klas van de middelbare school, die al een jaarlang in India geleefd en gereisd heeft en met wie ik nog altijd contact houd, ook al studeren we in verschillende steden. Mijn reisgenoot is dus een ‘zij’.
En dat komt een mens op verwonderde blikken te staan. Op allereerst verbazing. Want: niet toch, vriendje-vriendinnetje, jullie, Alex en Anna? Nee hoor. Niet hoor.
Alsof dat moet! Nee, ik heb dus geen relatie met Anna en ben niet verliefd op haar en hoop daarop heeft ook geen van ons beiden en, om het helemaal af te maken, evenmin ooit gehad: van klasgenoten werden we vrienden, zonder pijnlijke afwijzingen en onvervulde wensen. Dat kan, volgens mij. Dat kan ik, kunnen wij. Volgens mij kunnen er hechte, goede vriendschappen bestaan tussen - heteroseksuele (zó'n hardnekkig cliché) - mannen en vrouwen. Ongehinderde vriendschappen, dus zonder dat een van beiden verlangens heeft naar méér dan die vriendschap-zoals-ie-is, verlangens naar seks (en dat is inclusief zoenen, Arie).
De meeste mensen geloven mij niet en blijven verwonderd, zullen het zelfs tot na onze reis blijven. Maar ik ken ook weinig andere mensen die het kunnen, die zulke vriendschappen hebben. Gisteren kwam Anna bij mij eten en we praatten vol opwinding. Het voelde zo ongelooflijk dat we samen op reis gaan. Niet dat wij (als niet-vriendje-en-vriendinnetje) samen op reis gaan. Gewoon dat we samen op reis gaan. Wij vinden het niet wenkbrauwoptrekkend raar, wij weten beter. Jullie? Hebben jullie verhaalwaardige ervaringen?